Karel Soudijn campusdichter 2011
Wat hebben voetballende jochies en Tilburg University met elkaar gemeen? Niets, zou je zeggen, maar de poëtische blik van kersverse campusdichter 2011 Karel Soudijn legt verbanden waar ze niet lijken te zijn. Het komende jaar zal hij er een aantal publiceren in dichtvorm. Soudijn: “In poëzie kun je associaties maken die in het dagelijks leven niet bestaan.”
Tekst: Bart Smout, foto: Christiaan Westgeest
Het is niet zo dat Karel Soudijn altijd met het hoofd in de wolken loopt. De hoofddocent Psychologie beschikt over een heuse dichtersknop, die hij naar believen aan en uit zet. Soms zet hij wekenlang geen dichterlijke zin op papier. Dan is hij academicus en niets meer dan dat. Dit jaar zal de knop toch regelmatig op standje ‘dichten’ worden gezet, want Soudijn is de nieuwe campusdichter voor het jaar 2011.
Humuslaag van poëzie
Met Karel Soudijn, geboren in 1944 in Doetinchem, haalt Tilburg University een dichter met ervaring in huis. Gedichten van hem werden gepubliceerd in gerenommeerde literaire tijdschriften als Hollands Maandblad, Maatstaf en Tirade; ook zijn er drie poëziebundels van de dichter verschenen: Dreunende kabouters, Het kruidenboek en Op reis. Daarnaast is Soudijn actief geweest als poëzierecensent voor het NRC Handelsblad. Soudijn: “Zo heb ik een humuslaag van poëzie opgebouwd waar ik onbewust veel uit put.”
Harry Mulisch stelde eens dat ieder mens een absolute leeftijd heeft. Soudijns absolute leeftijd is twintig. Als negentienjarige begon hij met het schrijven van gedichten, zomaar, zonder aanleiding. De eerste dertig gedichten stemden ontevreden, maar op twintigjarige leeftijd werd Soudijns eerste gedicht gepubliceerd in Propria Cures, het oudste studentenweekblad van Nederland. Een dichter was gearriveerd.
Vrolijkheid
De poëzie van Soudijn is helder, verrassend en opgewekt. Verwacht geen opzichtige moeilijkdoenerij, of potsierlijk gezwaai met woorden die zelfs een hoogleraar Nederlands het bos insturen. “Helder schrijven vind ik belangrijk. Wanneer luisteraars beginnen te gapen bij het voordragen van een gedicht, heb je als schrijver iets niet goed gedaan.” Ook heeft Soudijn een zekere mate van vrolijkheid hoog in het vaandel staan. “Wanneer je een gedicht leest, moet je denken: hé, zo had ik het nog niet bekeken. Zware poëzie slaagt er vaak niet in dat effect te bereiken. Waneer er staat: ‘Het leven is zwaar te tillen’, dan kun je als lezer weinig anders denken dan : tsja, dat is soms zo.”
Een geaccepteerde vorm van bedriegen, zo zou je poëzie volgens Soudijn kunnen beschrijven. “Iets kan helder zijn, maar op het tweede gezicht is er misschien wat meer aan de hand. Dat tweede gezicht vind ik interessant. Een gedicht mag de lezer bedriegen, de eenvoudige werkelijkheid een loer draaien. Bij het schrijven van een studieboek of wetenschappelijk artikel moet je vooral niet dat tweede gezicht erin hebben.”
Wanneer Soudijn dicht is hij altijd op zoek naar dat tweede gezicht. Dichten is voor hem een zoektocht naar onverwachte associaties. “Onze universiteit probeert keer op keer aan de top te komen, ditmaal door de Engelstalige naam in het binnenland verplicht door te voeren. Nou, wanneer ik naar station Tilburg Universiteit loop, kom ik langs een veldje waar je ’s zomers kleine jongetjes ziet voetballen. Altijd dragen ze shirts van grote clubs: Barcelona, Galatasaray, Manchester United. Als ik dan kijk naar wat het college van bestuur nu aan het doen is, denk ik: dat zijn kleine jongetjes die in het shirt van een topclub willen voetballen. De eerste steen van een gedicht is dan gelegd.”
Tegengestelde werelden
Naast een carrière als dichter heeft Soudijn een lange wetenschappelijke carrière op zijn naam staan. Waar de poëzie mikt op dubbelzinnigheid, daar vereist wetenschappelijk proza eenduidigheid: het zijn twee tegengestelde werelden. Toch bijten deze elkaar niet. “Door met poëzie bezig te zijn, ga je denk ik op een andere manier schrijven dan gewone onderzoekers. Wetenschappelijke teksten schrijf ik vanuit een poëtische insteek: ze moeten spannend zijn en prettig leesbaar, de lezer meevoeren.” En niet zonder succes: in 2005 won Soudijn de Jan Hanlo Essayprijs voor Erfenis van James, een essay over de vrije wil. Het essay werd door de jury geprezen om zijn verzorgde stilistiek.
Ondanks zijn indrukwekkende staat van dienst typeert Soudijn zichzelf als een aartsluie schrijver. Wanneer hij geen opdrachten heeft, schrijft hij niets. Dat geldt zowel voor zijn poëtisch als voor zijn academisch schrijven. Soudijn heeft deadlines nodig om productief te zijn. “Aan de ene kant zoek ik druk, zou ik waarschijnlijk ongelukkig worden als die druk er niet is, en aan de andere kant ben ik zo lui dat als er geen druk is, ik niks doe. Zo bedrieg ik mezelf eigenlijk, precies zoals gedichten kunnen bedriegen.”
Vandaar dat het campusdichterschap hem aantrekt. Het geeft hem een stok achter de deur. Door een jaar lang gebonden te zijn aan een vast thema, is de druk verzekerd. En om zijn productiviteit extra te verzekeren, heeft hij zichzelf alvast een doel gesteld: vijftien geslaagde gedichten moeten er in 2011 uit Soudijns pen rollen. “Waarom vijftien? Ja, waarom niet. Vijftien is een mooi getal.”
Universiteit van Naam
van tilburg universiteit naar tilburg university
is maar een paar honderd meter lopen
langs het spoor achter vervallen flats
waaruit huisvrouwen beschimmelde
boterhammen gooien die geen enkele
student opeet
je loopt dwars
over een trapveld met jongens
die in het shirt spelen
van internationale topclubs
tilburg university
voorheen spelend in het shirt
van de universiteit van tilburg
voorheen
de katholieke universiteit brabant
voorheen
de katholieke hogeschool tilburg
voorheen
de katholieke economische hogeschool
voorheen
de roomsch-katholieke
handelshoogeschool
voorheen een mooie droom
van goossens en cobbenhagen
pingelend op een trapveldje
in 1927
Karel Soudijn, campusdichter 2011
De eerste optredens
Vrijdagochtend 21 januari treedt Karel Soudijn voor het eerst op als campusdichter op de universiteit. Hij opent om 10.00uur ’s ochtends in het Dantegebouw de ‘expertconferentie’ over Academische Communicatieve Vaardigheden met een speciaal voor de gelegenheid geschreven gedicht.
Donderdagavond 27 januari staat hij op het podium Ruimte-X in Tilburg tijdens Landelijke Gedichtendag, samen met drie andere ‘dichters van de campus’ Nathan de Groot, Andrew Cartwright en Esther Porcelijn en onder meer ex-stadsdichter Nick J. Swarth.