Zonnetje in huis
De Club van Rome wordt gevormd door een vijftal idealisten dat duurzaamheid op de campus promoot. In dit blog lees je de verslagen van de vele milieu-initiatieven die zij, met wisselend succes, tot uitvoer brengen.
Nico was terug! En hij had een (voor zijn doen) goed humeur meegebracht! We hadden onze clubgenoot een paar weken niet gezien, omdat hij in verband met nieuwjaars-vandalisme een taakstraf had moeten verrichten. Het waren een paar fijne, rustige weken geweest. Niemand durfde het uit te spreken, maar we waren allemaal meer dan een beetje bang voor Nico, een wandelend kruitvat dat immer balanceerde boven een actieve vulkaan.
Tijdens een vergadering trapte hij de deur van onze werkkamer open. “Kom kijken!”, beval hij ons.
We volgden hem naar de fietsenstalling. Onderweg bleef hij ons maar vermanen dat we salon-socialisten waren.
“Jullie hebben zeker een paar weken stilgezeten, he? Dat dacht ik wel. Jullie zijn met zo weinig tevreden. Ik haat jullie. Als er een andere groene vereniging op deze campus was, zou ik onmiddellijk daarheen overstappen.”
“Wij hebben jou ook gemist, Nico.”, zei ik.
“Daar!” Hij wees naar een bakfiets.
“Je hebt een bakfiets gekocht”, constateerde ik, “Ik ben trots op je.”
Hij gaf me een stomp tegen mijn arm. Het deed best wel pijn maar ik durfde er niets van te zeggen.
“In de bak zelf!”
We kwamen dichterbij. In de bak zaten enkele glanzende rechthoeken. “Wat is dat?”
“Dat zijn zonnepanelen”, zei Kathleen, “Nico, je hebt zonnepanelen gevonden!”
“Dat heb ik verdorie zeker!”, riep Nico, niet zonder een zweempje trots. “Vandaag zullen we ze bovenop gebouw Esplanade monteren. Voortaan brandt bij ons het licht op zonne-energie!”
“Dit is fantastisch nieuws!”, zei zelfs Benjamin, “Hartstikke goed, Nico.” Hij maakte aanstalten hem een schouderklopje te geven, hield zich op het laatste moment in. Je gaf een staaf dynamiet ook geen schouderklopje.
“Ja, hartstikke goed. Zeg eh… Waar heb je die zonnepanelen eigenlijk vandaan, Nico?”, vroeg ik.
Daar zwaaide er toch weer een vuist vlak voor mijn neus. “Dat gaat je niets aan!”, zei Nico, “Bemoei je met je eigen zaken als je weet wat goed voor je is. Nou, help me de panelen naar het dak te dragen.”
Het karwei nam het grootste deel van de middag in beslag, maar uiteindelijk zaten de panelen op het dak. Nu was het slechts een kwestie van wachten tot de zon terugkeerde. Als ik zo naar de lucht keek, schatte ik in dat dit heel goed nog een maand of drie zou kunnen duren.
“Geduld is een schone zaak. Áls de zon doorbreekt heeft dit gebouw geen elektriciteit meer nodig”, zei Nico, maar ik had zo mijn twijfels. Een paar bomen stonden wel erg ongunstig ten opzichte van het dak.
“In ieder geval geven we zo een goed voorbeeld”, zei Kathleen, “Tilburg University doet mee aan duurzaamheid en is niet bang hier de nodige investeringen voor te doen.”
“Investeringen? Deze zonnepanelen zijn waarschijnlijk van een vrachtwagen afgevallen.” Ik keek naar Nico. “Of niet soms?”
“Ik gooi jou vóór een vrachtwagen als je je niet met je eigen zaken bemoeit.”, zei Nico slechts.
*
Toen ik die avond thuis op de bank voor de tv hing en wat langs de kanalen zapte (een batterijverspillende handeling die door de radicalere leden van onze organisatie beslist zou worden afgekeurd) bleef ik hangen bij Omroep Brabant, waar zoals vaker een lokaal nieuwsitem bezig was. Een groep kleine kinderen stond te huilen voor de poorten van hun school.
“De leerlingen van basisschool ‘De Kribbe’ in Goirle zijn dan ook zeer teleurgesteld”, zei de nieuwslezeres, “De zonnepanelen waren nog maar een paar weken geleden op het dak van hun school geïnstalleerd. De komende weken zal de school het dan ook zonder verlichting en computers moeten stellen. De politie onderzoekt de zaak.”