Zonnestorm!

Afgelopen donderdag woedde een storm door Nederland. Nee, niet het soort storm dat hoeden afblaast, dakpannen optilt of kleine kinderen en lilliputters van hun fietsen stoot. Ik doel op een minder zichtbare en daardoor des te gevaarlijke storm, een heuse zonnestorm. Dit is het soort storm dat ontstaat wanneer diverse protonen en elektronen als gevolg van een plasma-explosie binnen de zon richting de aarde worden geslingerd. Vooral onze elektronische apparatuur is hier bijzonder vatbaar voor en raakt snel overstuur. Denk je eens in: een zonnestorm zo groot en hevig dat alle technologie zich tegen de mens keert. Stoplichten die allemaal tegelijkertijd op groen springen (of erger nog: op rood! De files die zouden ontstaan!), elektrische tandenborstels die in je mond op hol slaan, scheerapparaten die besluiten om méér te scheren dan enkel snorren en baarden! Het klinkt als het scenario voor een slechte actiefilm. Afgelopen week had het weinig gescheeld of de beschaving zoals wij die kennen was ingestort. Ik stond toevallig in de rij bij de Albert Heijn XL toen de zonnestorm Tilburg trof. De mevrouw voor mij wilde afrekenen, om te constateren dat de zonnestorm het onmogelijk maakte op elektronische wijze te betalen. De machine weigerde dienst. De caissière stond voor raadsels.

“Ik heb geen contant geld bij me, hoor.”, zei de vrouw. Even tevoren had ze de inhoud van een overvolle winkelwagen op de lopende band gezet. Ze had voor minstens tweehonderd euro boodschappen gedaan.
De caissière wendde zich tot het personeel achter kassa’s twee en vier. “Doen bij jullie de automaten het wel?”
“Niets, niets.”, zei een andere caissière, “Er kan alleen nog contant betaald worden.”
Toen de andere klanten hun woorden opvingen, waren de rapen gaar.
“Zoveel geld heb ik niet op zak, hoor.”, zei een jong meisje sip.
“Ik heb vandaag de dag toch geen briefjes meer op zak.”, zei een yup in de rij naast me, “Wat is dit? 1997? Zal ik meteen ook maar met guldens betalen?”
“Misschien kunt u vanmiddag terugkomen”, zei de caissière, “Ik weet het anders ook niet.”
Ik keek om me heen. Forse rijen vol boze mensen hadden zich inmiddels bij elke kassa gevormd. Ik voelde een volksopstand ontstaan. Geef ons heden ons dagelijks brood; kleine bedragen pinnen mag.
“Ik kan niet later terugkomen.”, zei een bejaarde vrouw, “Mijn kleinkinderen komen straks op bezoek.” Ze gebaarde naar de vele zakken chips en snoepgoed in haar winkelwagen. “Ik kan ze toch geen wórtels voorzetten?”
“Het spijt me, mevrouw.”, zei de caissière. Het arme wicht kon nauwelijks ouder zijn dan 16 en wist zich duidelijk geen raad met de situatie. Wat een ramp was het ook. Het was nu slechts een donderdagmiddag maar God weet wat voor excessen er op een zaterdag waren ontstaan. Ik telde mijn geld maar had niet meer dan drie euro op zak, onvoldoende om de zakken fruit, diverse pakken Valess en broodjes Rappe Hap saté in mijn mandje te betalen.
“Beste klanten van de Albert Heijn”, werd er nu omgeroepen, “Door een storing aan onze apparatuur kan er momenteel slechts contant betaald worden. Onze excuses voor het ongemak.”
“Excuses? Ik ga dit niet allemaal zelf terug in de schappen leggen!”, brulde een tiener die een tiental zakken chips en enkele pakken toiletrollen bij zich droeg.
“MIJN SCHEPIJS SMELT!”, krijste een meisje dat vijf bakken schepijs in haar mandje had.
“Albert Heijn? Eerder Albert Slécht! Dit is schandelijk!” De yup spoog de jonge caissière in haar gezicht.
“Hee! Dit kun je niet maken, man!”, riep ik, “Die mensen doen ook alleen maar hun werk, jij afzichtelijke rot-yup!” Ik had een zak mandarijnen opengetrokken en smeet ze hem één voor één naar het hoofd.
“Verdomme!” De yup ramde zijn winkelwagen tegen mijn schenen. “Dit hoef ik niet te pikken!”
“Hee maat! Kan je iPad dít ook?” De simpele volksjongen die achter de yup stond gaf hem een dreun tegen zijn kaak.
Een rel was uitgebroken. “Als we onze boodschappen allemaal meenemen, kunnen ze ons niets maken!”, riep een polemist. De mensen kwamen in beweging, rolden hun winkelwagens langs de kassa’s. Een dappere bedrijfsleider probeerde hun doorgang te blokkeren maar belandde jammerend onder de wielen van een winkelwagentje.
“Attentie, attentie!”, klonk het ineens over de intercom, “De storing is verholpen. U kunt nu weer pinnen.”
Dank de hemelen! De zonnestorm was voorbij. Meteen kwamen de meeste klanten tot rust.
“Dat is fijn”, zei de bejaarde vrouw, die haar portemonnee trok.
“MAG IK NU SNEL MIJN SCHEPIJS AFREKENEN?”, krijste het meisje met het schepijs.
Overal klonk weer het geruststellende piep van producten die werden gescand, het geritsel van voetbalkaartjes die werden opengescheurd. De yup probeerde zich met geweld langs de kassa te werken maar werd gelukkig door toegesnelde bewakers neer-getaserd.
Die dag werd het Eind der Tijden ternauwernood voorkomen. Ik kijk niet uit naar de volgende zonnestorm.

Advertentie.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.