Recensie: la Cage aux Folles
Het is een klucht, nee het is een toneelstuk, nee het is een musical. Een bezoekje aan La Cage aux Folles is een bijzondere ervaring. Want al staat ‘La Cage’ als musical in de theaters geprogrammeerd, meer dan de helft van het stuk bestaat uit dialoog. Een klucht met liedjes erin, is misschien een betere omschrijving.
Een beetje jammer, want de zang is van een ongekend hoog niveau. Toch gaat het gebrek aan zang niet extreem irriteren, zelfs niet bij de die hard musicalfan.
De –vooruit laten we het dan toch maar een musical noemen- musical‘La Cage aux Folles’ is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk, waar in 1996 onder de titel ‘The Birdcage’ ook een film van werd gemaakt. Eigenlijk had de bezoeker van tevoren kunnen weten dat het op een klucht zou lijken. De teksten van de dialogen zijn immers vertaald door klucht-koning Jon van den Eerd die zelf ook een hoofdrol speelt. Martine Bijl is verantwoordelijk voor de vertaling van de liedjes.
Albin (Jon van Eerd) en Georges (Stanley Burleson) runnen samen de befaamde nachtclub ‘La Cage aux Folles’ in het Zuid-Franse Saint-Tropez. Daar is Albin een ster met zijn uitbundige travestie-act Zaza. Wanneer Jean-Michel, de zoon van Georges (gespeeld door Karel Simons) aankondigt dat hij gaat trouwen met Anne Dindon, de lieve dochter van een conservatieve politicus, wordt hun bestaan op zijn kop gezet. De politicus (Derek de Lint) strijdt immers tegen iedere vorm van homoseksualiteit en frivoliteit.
De frivole stoelen, kunstwerken en schilderijen verdwijnen tijdelijk uit de kamer, kerkbanken en sobere schilderijen komen ervoor terug. En Albin moet weg, want vader Dindon mag immers niet weten dat zijn aanstaande schoonzoon is opgevoed door twee mannen.
Het publiek dat de voorstelling bezoekt is niet alleen te gast in een Nederlands theater. Het is ook te gast in de nachtclub. Burleson en Van Eerd betrekken dan ook regelmatig het nachtclubpubliek bij hun show. “Hallo, goedkope mensen” zwaait Van Eerd naar de mensen op de tweede en derde rang. En Burleson vraagt aan twee lange mensen op de eerste rij: “Vonden jullie het leuk. Ja, nou, de mensen achter jullie hebben geen flikker gezien. En dat is lastig in La Cage aux Folles.”
De toon is gezet. ‘Ja, zo’n avond gaat het worden dames en heren, of u het nou wilt of niet,’ zo zegt Burleson in het begin al. En zo’n avond wordt het. De humor ligt er dik bovenop, maar het wordt nergens te plat.
La Cage biedt een hoop kijkplezier, met name bij de shownummers die de travestieten opvoeren in de nachtclub. Uitbundige jurken, hoge hakken, veren, spagaten en flikflaks, niets is te gek. Bij sommige acteurs vergeet je bijna dat er geen ‘echte dames’ op het podium staan.
Uiteindelijk loopt alles goed af. Natuurlijk komt Dindon er toch achter hoe de vork in de steel zit, als travestiet verkleed moet hij uiteindelijk de nachtclub verlaten om niet door de pers te worden gezien.
Onder meer Te zien: 12-17 april,Eindhoven Parktheater, 19-24 april, Den Bosch, Theater aan de Parade.