Film-marathon
Zes uur lang ecologisch getinte films op de Tilburgse campus; daar kwam de nieuwste activiteit van de Club van Rome op neer. ‘Een ecologische film-marathon: wie zit daar op te wachten?’ stond er in grote letters op de flyers die we zojuist hadden uitgedeeld. Eigenlijk had er moeten staan: ‘Wie zit daar níet op te wachten?’ maar onze PR-man had mijn instructies verkeerd gekopieerd. Ik was behoorlijk over de rooie.
“Dit is geen formulering die je op een flyer gebruikt”, probeerde ik hem duidelijk te maken, “Het is alsof we zelf niet eens begrijpen waarom we deze activiteit organiseren… Ach, laat ook maar.”
In samenwerking met Flimvereniging Cinema zou De Club van Rome op een namiddag drie eco-films vertonen voor de prijs van één. We waren niet de eerste; ook in steden als Amsterdam en Gent waren al ecologische filmfestivals georganiseerd, de Amsterdamse variant, Strawberry Earth, in de vorm van een drive-in voor elektrische auto’s.
Nu was Tilburg University aan de beurt. Ik was zelf niet zo’n filmkenner maar Arend Aarsman, de voorzitter van de plaatselijke Flimvereniging, verzekerde me dat de door ons geselecteerde films, ‘The day after tomorrow’, ‘2012’ en ‘The happening’ het beste waren wat Hollywood op ecologisch gebied te bieden had. Met deze marathon, die in de middag begon en tot half tien ’s avonds doorliep, hoopten we dan ook aandacht te kweken voor onze ecologisch relevante activiteiten.
Al om half drie zaten we achter een tafeltje bij de ingang van zaal DZ4. Onze vorige filmvertoning was voor alle betrokkenen in een deceptie geëindigd, maar we hadden van onze fouten geleerd. Vandaag wíst de bewaking dat we hier een film gingen vertonen.
Toen er om kwart voor drie nog altijd niemand was verschenen, begonnen we te wanhopen. Had er überhaupt iemand voor de promotie gezorgd? Het was toch geen zondag? We twijfelden niet lang. Een groot gezelschap diende zich aan, bestaande uit hippe jongens met kleine baardjes, brillen en hoeden, en minstens even hippe meisjes met sjaaltjes en skinny jeans. Ook dat nog, hipsters!
“Dit wordt genieten.”, zeiden ze.
“Mogen we twaalf kaartjes voor jullie filmfestival?”, vroeg de voorste.
Een ander barstte in lachen uit. “Fílmfestival”, zei hij spottend.
“Uiteraard”, zei Arend, “Dat is dan dertig euro.”
“Zijn jullie ook milieu-geïnteresseerden?”, vroeg ik terwijl ze afrekenden. Ik stak hen enkele flyers toe met tips voor een duurzamer leven.
Ze namen deze niet aan, reageerden eerder verbaasd en een tikje beledigd. “Waar is dit voor?”
“Het milieu?” Een meisje trok een lelijk gezicht. “Dat klinkt erg… geiten-wollen-sokken.”
“Kom op. Het gat in de ozonlaag wordt er niet kleiner op”, zei ik.
“Maar dit is toch Filmvereniging Cinema’s ‘so bad it’s good’-filmvertoning?”, informeerden ze.
“In samenwerking met De Club van Rome!”, riep ik, “En nee… het is niet ‘so bad it’s good’. Dit zijn relevante films die een belangrijke ecologische boodschap uitdragen. Toch, Arend?”
“Jezus, kerel.”, zei een der hipsters, “De ‘happening’ gaat over bomen die genoeg van de mensheid hebben en in 2012 worden mensen achtervolgd door een aardbeving.”
Ik keek naar Arend. “Is dat waar?”
“Ik kan het bevestigen noch ontkennen”, zei hij diplomatiek. Hij nam drie briefjes van 10 euro in ontvangst en overhandigde hen de kaartjes.
“Bedankt voor jullie steun maar…. Als jullie niets om het milieu geven, waarom gaan jullie deze films dan kijken?”, wilde ik nog weten.
“Heel simpel. We gaan ironisch van deze films genieten.”, zei de jongen. Lachend begaven ze zich de zaal in.
“Maar…”, riep ik hen na, “Kunnen jullie dan niet ook ironisch om het milieu geven?”
De Club van Rome wordt gevormd door een vijftal idealisten dat – met wisselend succes – duurzaamheid op de campus promoot.