Gelegenheid alléén maakt nog geen dief
Bij het terugdringen van winkeldiefstal gaat het om gelegenheid, maar ook de (potentiële) dief en om het begeerde object. Promovenda Jeske Nederstigt ontwierp een methode waar winkeliers mee aan de slag kunnen.
De Hema had een hele tijd terug een leuke actie: midden in de winkel stond een schap met daarop ‘de meest gestolen spullen’. Winkeldiefstal is een groot probleem, en voor winkeliers is het vaak moeilijk om tot een effectieve aanpak te komen, meent Jeske Nederstigt. Ze hoopt op 30 maart op het onderwerp te promoveren.
“Die actie met de meest gestolen spullen bijvoorbeeld had ook een averechts effect. De spullen uit het rek werden óók minder verkocht.” En zo is het met veel antidiefstalmaatregelen: het effect ervan is niet altijd duidelijk.
In haar promotieonderzoek ontwikkelde Nederstigt – docente aan de Fontys-opleiding Toegepaste psychologie – daarom een methode waarmee winkeliers de juiste maatregelen kunnen afleiden. In haar onderzoek concludeert ze dat er drie factoren belangrijk zijn wanneer het gaat om winkeldiefstalgevoeligheid: de winkelcontext, de dader en het object. Met behulp van het gedragsverklarend model uit Nederstigts onderzoek kunnen winkeliers zelf bepalen welke maatregelen in welke situatie het beste zullen werken.
“Nu zie je vaak dat ze kiezen voor dure maatregelen die worden aanbevolen door de beveiligingsbranche, terwijl niet duidelijk is of ze passen bij de combinatie van object, persoon en context”, vertelt Nederstigt. “Een winkelier die vermoedt dat vooral middelbare scholieren winkeldiefstal plegen kan de dure camera beter richten op het schap met make up en deo, dan op het schap met (dure) babyproducten.” [Mieke Fiers]