Eigen campus en tuin
Het was vroeg in de middag en ik zat op het terras van de Esplanade. Het begint een gewoonte te worden. Nog even en ik kan niet meer studeren zonder een glas bier in mijn hand.
“Heya!” Mijn clubgenoot Benjamin stond ineens achter me en schoof ongevraagd een stoel aan. “Ik kom toevallig net van een gesprekje met de rector”, zei hij quasi-luchtig. Hij vond dit blijkbaar nog niet nonchalant genoeg en voegde hier aan toe: “Philly en ik hebben geluncht en bijgekletst. Ik heb hem een groen voorstel gedaan dat hij in overweging heeft genomen. Dankzij mij heeft Tilburg University binnenkort geen cateraar meer nodig.”
“Wat heb je voorgesteld dan?”, vroeg ik.
“Dat we ons eigen voedsel gaan verbouwen. Een moestuin op de campus. In navolging van dat initiatief in die Tilburgse volkswijken waar buurtbewoners hun eigen groenten groeiden.”
“Hoe zie je dat voor je?”
Hij gebaarde in de richting van de parkeerplaats. “Er is meer dan genoeg ruimte op de campus. Ik stel voor dat we een paar parkeerplaatsen opheffen en er een tuintje voor in de plaats leggen. Studenten kunnen het zelf onderhouden en er fruit en groenten en kruiden groeien. Dan wordt er ook niet meer zoveel geklaagd over het gebrek aan aanbod van de cateraar.”
“Leuk idee, maar heb je wel eens een student gezíen?”, vroeg ik, “Die kunnen zichzelf nog niet onderhouden, laat staan een tuin.” Ik sprak uit ervaring. Toen iemand eens goedbedoelend tegen me opmerkte dat ik ‘groene vingers’ had, was ik in staat om ter plekke mijn huisarts te bellen.
“Okee, misschien niet álle studenten”, gaf Benjamin toe, “maar er zijn vast wel wat mensen voor te porren. Het meer betrokken slag mensen. Het schept een hoop voldoening, je eigen voedsel verbouwen. Zo is onze beschaving tenslotte begonnen…”
*
Een week later was het zover. Toen ik op de campus kwam, waren ze de boel aan het omspitten. Benjamin en Nico waren met een schep en een zak compost in de weer op het grasveld tegenover de mensa. Mijn clubgenoten hadden een voorschot genomen op de aanleg van de campus-moestuin.
“Hoe denkt de rector erover dat jullie je deze locatie hebben toegeëigend?”, vroeg ik.
“Die vindt het prima”, zei Benjamin, “Nou ja, hij moest er nog over nadenken maar ik zag aan zijn gezicht dat hij niet kon wáchten tot het zover was.”
“Genoeg gepraat.” Nico zette zijn schep in de grond en schepte grote kluiten gras en aarde omhoog, die hij over zijn rug heen gooide, recht in de gezichten van enkele eerstejaars die aan een picknicktafeltje zaten te lunchen. Ze waren te verlegen om er iets van te zeggen.
Dit gold helaas niet voor de bewaking, die er al snel bij werd betrokken. Ze kwamen met zijn drieën in een wagentje aanzoeven; als ik ze zo zag rondrijden, kreeg ik altijd het muziekje van de ‘Ghostbusters’ in mijn hoofd. Toen ze arriveerden, had Nico al een groot deel van het grasveld omgeploegd.
“Jullie weer! Wat heeft dit te betekenen?”, vroeg een bewaker met een ratachtig gezicht.
“Dit wordt onze moestuin”, zei Benjamin, “Komt dat zien!” Hij sneed de zak compost open en gooide hem leeg in het ontgonnen deel van het grasveld. Daarna nam hij een stel aardappelen en duwde ze de grond in. “Groei, jongens! Ontkiem, oh zonen van Baardappel!”
“Een moment…”, zei rattengezicht, “Ik heb een beter idee voor jullie moestuintje… Dit grasveld is voor de studenten, maar ik heb een A-locatie voor jullie in de aanbieding.””
*
Het tuintje is ondanks de protesten van Benjamin en Nico verplaatst, voorbij de campus en voorbij de parkeerplaats, een eindje de Oude Warande in. Als je daar op de trimbaan van activiteit 2 naar activiteit 3 loopt, kom je het nog tegen, verborgen in de bosjes. Een hoop compost met enkele sippe aardappelen er in, oftewel: het enige echte Tilburg University-moestuintje.
Honger gekregen? Kom op 7 april a.s. naar de biologische lunch op de campus met vuurwerk, bruisende ideeën en een mogelijkheid tot een meet & greet met de schrijver van ‘De Club van Rome’! Kijk voor meer info op www.degroeneleonardos.nl