De Schildpad
Groot nieuws op de campus. Het nieuwe gebouw van de faculteit Sociale Wetenschappen zou de vorm van een schildpad krijgen. Mijn eerste reactie was sceptisch. “Ze willen een raamloze bunker waarin de studenten zich kunnen verschuilen voor de buitenwereld? Is één bibliotheek niet voldoende?”
De voorzitter van De Club van Rome deelde mijn mening niet. “Toch niet! De schildpad staat voor duurzaamheid! Hiermee wordt de boodschap uitgezonden dat de campus om een duurzame natuur geeft. Zo’n schildpadgebouw ziet er natuurlijk ook kei-grappig uit. Ik juich deze ontwikkeling ten zeerste toe!” Benjamin werd vandaag bij zijn wandeling over de campus vergezeld door een Zuid-Europees ogende jongeman in een net pak.
“Oh, je vraagt je natuurlijk af wie dit is!”, zei hij, “Dit is de uitwisselingsstudent Pedró Escobar del Villalobos, van de Universidádo di Amadore in Portugal. Spreek ik het zo goed uit, Pedró? Ach, hij verstaat me toch niet. Ik heb Pedró in de arm genomen als extern adviseur voor De Club van Rome.”
Ik schudde Pedró de hand. “Olá! Como está?”, zei hij.
“Ehm… Está olá.”, probeerde ik. Daar hield het op met mijn Zuid-Europese talenkennis. Wel ken ik een verontrustende hoeveelheid Spaanse scheldwoorden.
“Pedró heeft er in zijn eigen land al een opleiding als architect opzitten.”, zei Benjamin, “Zo iemand kunnen we gebruiken. Ik wil de rector zo ver krijgen dat er meer van dit soort duurzame gebouwen in dierenvormen op de campus verrijzen en Pedró gaat me daarbij helpen. We zijn allereerst een inventarisatie aan het opnemen van wat er moet veranderen voordat we de groenste campus van Nederland hebben.”
In geïmproviseerd Portugees, dat geregeld muteerde richting Italiaans, Spaans en hier en daar zelfs Zweeds, begeleidde hij Pedró over de campus. Hij wees naar het Stiltegebouw. “Ahi está edifício? Está construcaõ smorgasbord silencio funcionais?”
“Es Gastrópodes!”, zei Pedró enthousiast.
“Ja! Precies!”, zei Benjamin. Hij applaudisseerde en zei tegen mij: “Pedró vindt dat het Stiltegebouw op een slak lijkt. Met een kleine verbouwing en een likje verf kunnen we de vergelijking sterker en duurzamer maken.”
Hij wees naar de bibliotheek. “É Bibliotheco?”
Pedró dacht een paar seconden na. “Biblioteca es Cogumelo!”
“Ha! Een paddestoel. É structuro Vigilant?” Het gebouw van de bewaking.
“Vigilant es Tatu! Armadillo!”, lachte Pedró.
Benjamin schreef alles geduldig op. “Wacht maar af. Over een paar jaar staat de campus vol met dierenvormen…”
*
Een paar dagen later zag ik Benjamin weer over de campus lopen. De Portugese architect slofte nog altijd achter hem aan maar hun aanvankelijke enthousiasme was duidelijk verdampt. Ik kon me voorstellen waarom.
“Een 1 april grap…”, zuchtte Benjamin, “Bah, wat een misselijke streek. Er komt helemaal geen Schildpad op de campus… Ze hebben ons voor de gek gehouden! Pedró is er kapot van.”
“Tja, het was een betrekkelijk stom plan.”, zei ik, “Wat doe je nou met die architect?”
“Pedró blijft voorlopig bij ons”, zei Benjamin, “Ik blijf erbij dat het haalbaar moet zijn om een duurzamere campus te ontwerpen. Zodra ons plan klaar is, bieden we het aan de rector aan.”
Ze liepen verder.
“É Esplanada?”, hoorde ik Benjamin vragen.
“Esplanada es Prisão”, zei de architect somber, “Universidade Tilburge es Purgatório…”
De Club van Rome wordt gevormd door een vijftal idealisten dat – met wisselend succes – duurzaamheid op de campus promoot.