Bezuinigingsperikelen UvT

Door Frans van den Heuvel, docent openbare financiën en voorzitter LOB

Plompverloren werd in maart op intranet aangekondigd dat met onmiddellijke ingang er een externe vacaturestop voor Ondersteunend en Beheerspersoneel (OBP) zou komen en dat tijdelijke contracten niet zouden worden verlengd met uitzondering van te honoreren ontheffingsverzoeken. De informele, negatieve reacties waren niet van de lucht. Gelukkig bleef het daar niet bij. De voorzitters van de vijf dienstraden schreven begin april een brief aan het College van Bestuur (CvB) waarin zij, volkomen terecht, hun ongenoegen en zorg uitspraken. Ook het Lokaal Overleg Bonden (LOB)  was en is nog steeds ongelukkig met de gang van zaken. Er is namelijk de indruk gewekt dat een en ander is gebeurd met instemming van het LOB.  Dat is niet juist, de vacaturestop is terloops gemeld door het CvB. Het LOB heeft alleen te kennen gegeven geen overkomelijke bezwaren te hebben tegen een tijdelijke externe vacaturestop (logisch als er een grote bezuinigingsoperatie aankomt). Van een inhoudelijke discussie hierover en met name ook over een rigide stopzetting van tijdelijke contracten is evenwel met het LOB tot dusverre geen sprake geweest. Dat moet naar mijn mening nog wel gebeuren!

Inmiddels is het half april en is de heisessie met CvB, decanen en directeuren achter de rug en weten we dat er wordt aangekoerst op een structurele bezuiniging van 15 miljoen waarvan 5 miljoen moet worden opgebracht door de faculteiten en 10 miljoen door de centrale diensten. Met name dat laatste is een majeure operatie zoals een eenvoudig rekensommetje leert. Stel de gemiddelde loonkosten van een OBP’er op 60.000 euro, dan moeten er 150 full timers weg bij de centrale diensten om 9 miljoen in te verdienen en dat zijn zo’n 200 personen.  Overigens is dat een bruto besparing. Als gevolg van wachtgeldverplichtingen zijn er ook aanzienlijke uitverdieneffecten.

Het CvB heeft inmiddels ook heeft laten weten dat het met een jaar uitstellen van de bezuinigingen op het hoger onderwijs door het kabinet geen reden is aan die 15 miljoen te tornen. Dat lijkt erop te duiden dat er op de hei toch zoiets als een gezamenlijke visie is gesmeed waaraan onverdroten moet worden vastgehouden.

Dat brengt mij op de nog te volgen route. Idealiter dient het CvB alsnog te komen met een heldere strategische visie, de vertaling daarvan in noodzakelijke uitgaven, deze af te zetten tegen de te verwachten inkomsten en dan bij een geconstateerd tekort een besparingsplan op te stellen dat dan weer uitmondt in een concreet reorganisatieplan. Dat moet dan allemaal besproken worden met de Universiteitsraad (UR) die, na amenderingen, zijn fiat geeft. Pas daarna komt het LOB in beeld als het personeelsplan wordt besproken en er onderhandeld wordt over (eventuele) aanvullende sociale plannen!!

Uit medezeggenschapsoogpunt bezien wordt er dus een zware wissel getrokken op de UR. Vanzelfsprekend zullen de Uraadsleden hun oor te luisteren leggen bij andere personen uit de medezeggenschap. Bij wijze van voorschot daarop geef ik nu alvast een zestal ijkpunten aan:

  1. de omvang van het structurele bezuinigingsbedrag dient goed onderbouwd te zijn met een uitsplitsing naar objectieve factoren (zoals door het Rijk opgelegde kortingen) en eigen beleidskeuzes (die dus ter discussie kunnen worden gesteld);
  2. telewerken en het te verwachten verlies aan arbeidsplaatsen zal zorgen voor een geringere behoefte aan infrastructuur en dat kan (met een verbod op verdere prestige-projecten) leiden tot een aardige besparing;
  3. daar staat tegenover dat de onderwijsintensivering een echte onderwijsintensivering moet zijn (dus meer contacturen) en dat colleges gegeven moeten worden op een aantrekkelijke campus;
  4. maar kleine cursussen, studierichtingen en faculteiten moeten tegen het licht gehouden worden;
  5. voorkomen moet worden dat er straks een drietal koninkrijken ontstaan, er zal verantwoordelijkheid afgelegd moeten blijven worden aan het centrale niveau en dat met name op financieel en juridisch gebied;
  6. de financiële reservepositie van de UvT is goed en de acute bezuinigingsnoodzaak gering. Dat is geen reden om een en ander uit te stellen maar maakt het (gelukkig maar) mogelijk om zorgvuldig en gefaseerd te werk te gaan!!!

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.