Iedereen haat De Club van Rome


De recente onthulling dat vrijwel alle andere universitaire verenigingen een hekel hadden aan onze Club van Rome galmde lang na en ik peinsde avonden aaneen over manieren om het milieu aantrekkelijker en hopelijk ook ‘cooler’ te maken voor het grote studentenpubliek. Toen ik eindelijk een oplossing dacht te hebben gevonden, riep ik onmiddellijk een vergadering bijeen. Lastig was dat mijn mede-bestuursleden hardnekkig ontkenden dat er een probleem was.
“Ach wat! Milieu is al lang cool genoeg”, zei Benjamin, “Wij zijn zelfs zo cool dat we geen bevestiging van onze coolheid nodig hebben. Daddy Cool. Huppa.” Hij zette een dameszonnebril op. “YEEEEEAH!”
“Eh… ja.”, zei ik, “In ieder geval… Ik heb ondertussen ook niet stil gezeten. Voor vandaag heb ik een gastspreker en ervaringsdeskundige geregeld. Heren en dame, dit is Bart.” Ik wees naar de gespierde, kortgeknipte jongeman in het witte shirt die naast me stond.
“Haio”, zei Bart, “Leuk jullie te zien.” Hij knikte de aanwezigen vriendelijk toe en stak een sigaret op.
“Bart is ‘cool’, nietwaar Bart?”
“Dat heb ik me laten vertellen.”, grijnsde Bart. We lachten allemaal. Als Bart iets grappigs zei, lachte je, ook als het niet echt grappig was; het zat hem allemaal in zijn manier van doen, zijn manier van spreken.
“Bart moet de meisjes van zich af slaan.”, zei ik. Geen leugen. Ik had deze jongen opgepikt in een collegezaal, waar hij op dat moment een meisje van zich af had geslagen. De bemoeizieke ex-vriendin in kwestie had een bloedneus gehad, maar op Bart kon je niet kwaad blijven. Daar was hij te cool voor. “Hij smult van het leven met een grote lepel. Door de schaarse tegenslagen die hij op zijn pad treft, laat hij zich niet van zijn stuk brengen, want hij weet dat het leven te kort is om overal een ‘big deal’ van te maken.”
“Je haalt me de woorden uit de mond”, grijnsde Bart. Opnieuw lachten we.
“Nou Bart, je speelt in een band, nietwaar?”
“Twee bands”, zei Bart trots.
“Zie je, daar hebben we het al. Hoeveel van jullie spelen in een band?”, vroeg ik mijn clubgenoten verwijtend.
Benjamin stak aarzelend zijn hand op.
“Ska is dood, Benjamin”, zei ik kil, “Ik doel op een échte band, die échte muziek maakt. En een band bestaat meestal uit meer dan één man. Nou, opgelet.” Ik schreef met een krijtje enkele steekwoorden op het bord. “Hier hebben we de bouwsteentjes van ‘cool’.” Ik schreef ‘band’, ‘meisjes’, ‘sigaretten’ en ‘motor’.
Kathleen stak haar hand op. “Sorry hoor, maar ik vrees dat we zo gaan uitkomen op een kip of ei verhaal. Zijn dat niet stuk voor stuk dingen die je bereikt juist omdat je cool bent, niet om cool te worden? Ze zijn als het ware een ‘conditio sine qua non’ voor coolheid. Ik denk dat…”
“Heb je ook een skateboard, Bart?”, onderbrak Benjamin. Hij was nog altijd boos door mijn opmerking over zijn band.
“Wat? Nee!”, zei Bart, “Wat is dit? 1995?”
“Zie je, Bart is zich tijdsbewust en staat met beide benen in het nu”, zei ik, “Hij studeert marketing, en hij gaat ons helpen om ons merk, duurzaamheid, aan de man te brengen.”
Bart knikte. “Jazeker. Ik heb effe een beetje gekeken naar jullie eerdere activiteiten, voor aanknopingspunten. En ehm… Tja… Wat moet ik ervan zeggen? Jullie hebben met eieren gesmeten naar het mensapersoneel?”
“Dat was ik”, zei Nico trots.
“Compost op het grasveld van de campus gestort…”, vervolgde Bart.
“Het was voor een moestuin!”
“Acteurs ingehuurd voor een ingestudeerd verkiezingsdebat…”
“Dat is stemmingmakerij!”, onderbrak ik, “Álle verkiezingsdebatten zijn vals!”
“Het is in ieder geval een hele waslijst”, zei Bart, “Maar niets om je echt zorgen over te maken.”
“Horen jullie dat?”, zei ik, “Bart ziet het positief in voor De Club van Rome!”
“Nou ja”, zei Bart, “Het goede nieuws is dat het vanaf hier alleen nog maar beter kan worden.”

De Club van Rome wordt gevormd door een vijftal idealisten dat – met wisselend succes – duurzaamheid op de campus promoot.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.