‘Samenleving moet universiteit belangrijk vinden’
Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk. Het is dagelijks werk voor Henk Garretsen, directeur van onderzoeksinstituut Tranzo. Tranzo, actief op het gebied van zorg, is onderverdeeld in diverse academische werkplaatsen waarin wordt samengewerkt met praktijkinstellingen. Dankzij de inzet van zogenoemde science practicioners is de bekende kloof zo klein mogelijk.
Garretsen grijpt de actualiteit aan om te duiden waarom valorisatie zo belangrijk is. Het zorgt voor een duidelijk gezicht van de universiteit richting samenleving. “Valorisatie definieer ik als het beschikbaar stellen van allerlei wetenschappelijke kennis voor de samenleving. Dat is heel belangrijk. We worden door openbaar geld gefinancierd. Dan moeten we ook zorgen dat de maatschappij iets aan ons onderzoek heeft. Het is een maatschappelijk belang, maar ook eigenbelang. Er gaat veel geld naar de universiteiten. Als je die geldstroom wilt behouden in moeilijke tijden, moet je zorgen dat de samenleving de universiteit belangrijk vindt.”
Garretsen: “De samenwerking met de praktijk start meestal via zogenoemde science practicioners. Dat zijn professionals die in de praktijk werken, bijvoorbeeld bij de GGZ. Ze worden een deel van de tijd bij ons gedetacheerd en kunnen hier dan (promotie)onderzoek doen. We werken met gesloten portemonnees. De werkgever van de science practicioner betaalt het salaris door, wij bieden in ruil faciliteiten aan, zoals begeleiding van hoogleraren en toegang tot de universiteitsbibliotheek. Ik zie het als een pure winwinsituatie.” Inmiddels zijn bij Tranzo circa veertig science practicioners in dienst. “Hoewel die mensen niet door ons worden betaald, vertegenwoordigen ze natuurlijk wel een enorme waarde.”
Het onderzoek van Tranzo wordt gefinancierd uit meerdere geldstromen. De eerste stroom betreft het geld dat het instituut van de universiteit krijgt. Verder krijgt Tranzo veel tweede geldstroomsubsidie (NWO en Zonmw, vorig jaar 4,5 miljoen euro). Bij het onderzoek staat de onafhankelijkheid voorop. “Wij hebben geen opdrachtgever – klant relatie. We doen ook geen acquisitie. Eventuele opdrachten lopen meestal via de partners in de academische werkplaatsen. Opdrachten is ook niet het goede woord, we ontwikkelen met de praktijk gezamenlijk onderzoeksprogramma’s. Er zijn wel enkele voorwaarden. Het onderzoek moet passen is onze interesselijnen. We willen over het onderzoek publiceren in belangrijke internationale tijdschriften. Tevens willen we promovendi afleveren. We hebben ongeveer 15 aio’s in dienst, die moeten hun onderzoek in vier jaar afronden. De science practicioners die promoveren mogen er maximaal 6 jaar over doen omdat ze parttime bij ons werken.”
De promovendi en science practicioners bij Tranzo hebben het volgens Garretsen extra lastig. Niet alleen moeten ze op tijd hun proefschrift afleveren, ook moeten ze (bij voorkeur) vijf of meer internationale artikelen publiceren en ze moeten kijken naar de praktische kant van het onderzoek. “Ze hebben dus een complexere taak. De workload is extra hoog door de manier waarop wij valoriseren.”
Kadertje
Tranzo kent zeven Academische Werkplaatsen (AW’s). Zo is er de Academische Werkplaats Geestdrift, waarin de GGZ Eindhoven/de Kempen, de GGz Breburg en Tranzo samenwerken. Ook is er de Academische Werkplaats Chronische Zorg, waarin Tranzo samenwerkt met de Stichting Bevordering Wetenschappelijk Onderzoek Chronische Zorg. Andere AW’s zijn de AW Preventie Verzekerd, de AW Ouderenbeleid & Familiezorg, de AW Publieke Gezondheid Brabant, de AW Kwaliteit van Huisarts- en Ziekenhuiszorg en de AW Verslaving.