Opinie: Een onafhankelijk standpunt: geen gedwongen ontslagen

Een onafhankelijk standpunt: geen gedwongen ontslagen

Tilburg University staat op dit moment voor een beleidstrilemma, een term die afkomstig is uit de monetaire economie. Ten eerste gaat het hierbij om de financieel-economische soliditeit, vooral op middellange en lange termijn. Toekomstbestendigheid, in het licht van de Veermanagenda en de voornemens van de staatssecretaris van OC&W, die niet van Halbe maatregelen blijkt te houden, is het tweede punt dat van belang is. Ten slotte is vriendelijk werkgeverschap, waarbij werkzekerheid uiteraard een belangrijk onderwerp is, van grote importantie.

De bezuinigingsplannen van het College van Bestuur zorgen er naar onze mening voor, dat Tilburg University niet de weg op gaat van bijvoorbeeld voetbalclubs als Feyenoord en PSV. Voor de Kuipbewoners lijkt er de eerste jaren door een slecht financieel beleid in het verleden geen toppositie in te zitten. PSV moest onlangs op uiterst inventieve wijze worden ‘gered’ door de gemeente Eindhoven. Tilburg University wil de huidige toppositie in het onderzoek handhaven en (opnieuw) een toppositie in het onderwijs bereiken. Een dergelijk streven is onhaalbaar indien de financiële positie voortdurend wankel is. De concullega’s van Abvakabo FNV hebben recent een alternatieve raming gepresenteerd. Wij hebben op basis van het verleden het grootst mogelijke ontzag voor het inzicht van het raadslid Verhagen in het financiële systeem van Tilburg University. De voorliggende alternatieve raming was naar onze mening niet bijster goed onderbouwd en vooral veel te optimistisch. Ook tijdens de beraadslagingen op 1 juli heeft de fractie van Abvakabo FNV ons niet kunnen overtuigen. Overigens zullen wij, net als onze concullega’s, bij de volgende evaluatie van Nexus het debat starten vanuit een sceptische grondhouding. Ook het veelbesproken Duvelhok heeft onze voortdurende (budgettaire) aandacht.

Voor huisvesting (1,3 miljoen euro), ICT (1,3 miljoen euro) en onderwijs (2,5 miljoen euro) creëert het College van Bestuur een structurele bestedingsruimte van ruim 5 miljoen euro tot en met 2021. Onze opvatting hierover is ambigu. Enerzijds zien wij zeer wel in dat het toekomstbestendig maken en houden van de instelling geld kost. Anderzijds willen wij absoluut niet gebonden zijn aan de precieze omvang, noch aan de exacte allocatie van dit bedrag. Ook in dit verband moet de Universiteitsraad alle voorstellen op hun eigen merites kunnen beoordelen. Mocht de Universiteitsraad bijvoorbeeld een keer voor 2 ton snijden in een ICT-voorstel, dan is er geen automatisme dat stelt dat deze middelen zonder meer op andere wijze voor ICT mogen worden aangewend. Uitputting van het budget, met andere woorden, laten we maar iets aanschaffen, want er zijn toch middelen gereserveerd, kan dan ook nimmer aan de orde zijn.

Vriendelijk werkgeverschap dreigt in de knel te komen, want uit de twee voorafgaande alinea’s blijkt wel dat wij het in grote lijnen eens zijn met de omvang van de bezuinigingen. In een organisatie waarin de loonsom een niet onaanzienlijk deel van de totale uitgaven vormt, betekent dit helaas onherroepelijk een verlies van arbeidsplaatsen. De werkgelegenheid op de campus blijkt echter een geheel eigen dynamiek te hebben. In de komende jaren gaat een aantal werknemers met pensioen. Ook beëindigen ieder jaar mensen hun dienstverband om hun loopbaan elders voort te zetten. Daarom moet het mogelijk zijn de bezuinigingen te realiseren zonder gedwongen ontslagen, de kwalitatieve discrepanties tussen aanbod en vraag op de interne arbeidsmarkt ten spijt. Dit zal voor onze fractie een uiterst belangrijk criterium zijn als de reorganisatieplannen ter instemming aan de Universiteitsraad worden voorgelegd. Op deze wijze zouden financiële soliditeit, toekomstbestendigheid en een niet al te onvriendelijk werkgeverschap toch nog samen kunnen gaan. Tot onze spijt hebben wij overigens al een groot aantal gewaardeerde collega’s met een tijdelijk contract zien vertrekken. Dat blijft voor ons een uitermate trieste zaak.

Martin van Tuijl, namens de Onafhankelijken in de Universiteitsraad