Onderzoek naar verspreiding bof onder studenten
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt een onderzoek in naar de oorzaken van de epidemie van bof, die sinds eind 2009 vooral heerst onder studenten. Sinds begin december 2010 zijn er 1004 meldingen van patiënten met bof bij het RIVM binnengekomen. De meldingen komen vooral uit universiteitssteden.
De GGD West-Brabant waarschuwde al eerder voor de ziekte. Een mogelijke oorzaak van de epidemie is dat de bescherming door het bofvaccin na verloop van tijd afneemt, waardoor jongvolwassenen, die onderling veel nauwe contacten hebben (studentenhuizen, feesten van studentenverenigingen, sportverenigingen), na blootstelling toch de ziekte kunnen ontwikkelen. Overigens hebben de studenten wel minder last van de bof en is de kans op complicaties kleiner dan bij ongevaccineerden.
De jongeren behoren tot de groep die voor het eerst gevaccineerd werd tegen de bof. Dit vaccin werd in 1987 werd opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Sindsdien krijgen kinderen op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar een BMR-inenting, tegen bof, mazelen en rodehond.
Volgens het RIVM is er op dit moment onvoldoende aanleiding om de studenten die al twee keer gevaccineerd zijn, op te roepen voor een herhalingsprik. Studenten die niet of niet volledig (2 prikken) zijn ingeënt tegen de bof, komen wel in aanmerking voor een vaccinatie.
Het bofvirus wordt overgebracht door hoesten, niezen en speekseluitwisseling. Bof verloopt vaak ongemerkt, maar kan ook leiden tot complicaties als doofheid en teelbalontsteking.
