Analyse: wetenschap moet cultuur veranderen

Ontzetting, verbazing, boosheid. Meerdere emoties beheersten het publieke debat nadat bekend werd dat Tilburg University hoogleraar Diederik Stapel, tevens decaan bij de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences, per direct op non-actief had gesteld. Reden: de werkwijze van Stapel. Hij zou bij meerdere onderzoeken data hebben gefingeerd. Een onderzoekscommissie, bestaande uit de Nederlandse psycholinguïst Willem Levelt, Marc Groenhuijsen, hoogleraar bij FRW en Jacques Hagenaars, emeritus hoogleraar bij FSW, onderzoekt nog bij welke onderzoeken er allemaal gesjoemeld is. De wetenschappelijke wereld worstelt intussen met de vraag hoe ze een nieuwe affaire Stapel in de toekomst kunnen voorkomen.

In 2004 heeft een werkgroep van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening opgesteld. Alle docenten en onderzoekers die bij een Nederlandse universiteit zijn aangesloten moeten zich aan deze code houden. Het zijn gedragsregels rondom vijf principes. Zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

Persoonlijke relaties
Wetenschappelijke activiteiten dienen zorgvuldig uitgevoerd te worden. Toenemende prestatiedruk mag daaraan geen afbreuk doen, zo geeft de VSNU in de code aan. “Zorgvuldigheid blijkt uit precisie en nuance. Een wetenschapsbeoefenaar vermijdt persoonlijke relaties die een redelijke twijfel zouden kunnen wekken aan de objectiviteit van zijn beslissingen.”

Betrouwbaarheid is de tweede principiële pijler van de gedragscode. Het selectief weglaten van onderzoeksresultaten dient te worden gemeld en beargumenteerd. “De gegevens zijn daadwerkelijk verzameld. De gebruikte statistische methoden zijn toepasbaar op de verkregen data.” Tevens moet de gepresenteerde informatie controleerbaar zijn. “Als onderzoeksgegevens openbaar worden gemaakt, blijkt duidelijk waar de gegevens en de conclusies op zijn gebaseerd, waaraan ze zijn ontleend en waar ze te controleren zijn. Onderzoek moet gerepliceerd kunnen worden om de juistheid ervan te testen.”

Ook moet de wetenschapper zijn werk in vrijheid en in onafhankelijkheid uit kunnen voeren. “Als een wetenschapper onderwijs of onderzoek in opdracht verricht, wordt hij in staat gesteld om de opdracht onafhankelijk van opdrachtgever uit te kunnen voeren.”

Weerbarstige praktijk
Mooie woorden in de code dus, maar de praktijk is weerbarstiger. Bij bijna alle pijlers ging het in de affaire Stapel mis. Een van de besmette onderzoeken van Diederik Stapel is uitgevoerd samen met Radboudhoogleraar Roos Vonk en TiU-hoogleraar Marcel Zeelenberg. Uit het onderzoek zou blijken dat het eten van vlees mensen minder sociaal zou maken. Hoe bizar deze conclusie ook was, theoretisch had die uit objectief en goed onderzoek kunnen komen. Wetenschappers stuiten wel vaker op verrassende uitkomsten. Maar dat Roos Vonk eerder voorzitter was van Wakker Dier en Diederik Stapel bekend stond als tegenstander van kiloknallers, leidde al tot scepsis. Er was hier duidelijk sprake van een persoonlijke relatie, zoals de VSNU-code die verbiedt.

Later gaf Vonk in een interview met Univers toe dat ze diverse mails had gekregen van mensen waarin stond dat het onderzoek niet klopte. Alle mails legde ze naast zich neer, zelfs een mail van een wiskundige die aangaf dat er iets mis was met de berekening. Een blind vertrouwen op de smetteloze reputatie van Stapel, noemt Vonk het.

Vonk was mogelijk kritischer geweest als haar oordeel niet onbewust beïnvloed was door haar liefde voor dieren. Maar zelfs dan was het voor haar lastig om te checken of de aangeleverde data klopte. Wetenschappers kunnen elkaars data simpelweg niet in detail nakijken. Het gaat om stapels enqueteformulieren en om data uit mondelinge interviews. Die formulieren kunnen natuurlijk overhandigd worden aan collega-onderzoekers, maar wie weet of de sjoemelende wetenschapper zelf wat enquêtes invulde bij zijn veldonderzoek. Alleen als twee wetenschappers continu samen enquêtes afnemen, heb je controle. Maar dat is een erg arbeidsintensieve taak.

Incident
Stapel bleek achteraf niet zo netjes te werken, als iedereen dacht. Maar is dat een incident of gebeurt het vaker? Wetenschappers zijn normaal zeer integer, meent Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). “Wetenschap is op vertrouwen gebaseerd en in het bijzonder op feiten. Dan kan je debatteren of je uit de feiten de juiste conclusies trekt. Maar die feiten, daar beginnen we mee. Als je die feiten zelf gaat verzinnen, is het hek van de dam. Er zijn maar een handjevol gevallen in de hele wereld waarbij sprake is van verzonnen data. Waarom iemand zoiets doet? Lastig. Als je het een keer doet en het heeft succes, dan doe je het misschien een tweede keer. Er is heel veel druk op te presteren, maar bijna niemand gaat aan die verleidingen ter onder. Het gebeurt heel weinig, voor zover bekend is. Maar weten we, wat we niet weten?”

Weten we wat we niet weten? Met andere woorden, de KNAW-baas denkt dat de affaire Stapel een incident betreft, maar het kan ook om tientallen of zelfs honderden wetenschappers gaan die de werkelijkheid geweld aandoen.

De hiërarchische verhoudingen waar de wetenschappelijke wereld om bekend staat, helpen ook niet om onderzoek controleerbaar te houden. Je hebt docenten, promovendi, universitair hoofddocenten en hoogleraren in diverse gradaties. Rangen en standen genoeg Ook al heb je een vermoeden, je uit niet zomaar kritiek op een wetenschapper die hoger op de ladder staat.

Onderzoekscultuur
Tilburg University kent de regeling Wetenschappelijke Integriteit. Hierin staat dat ‘iedereen bevoegd is aangelegenheden welke redelijkerwijs kunnen raken aan de wetenschappelijke integriteit in kennis te stellen van de rector magnificus.’ Drie jonge onderzoekers besloten dat uiteindelijk te doen. Ze kaartten hun vermoedens van fraude aan bij onderzoeker Marcel Zeelenberg die naar Philip Eijlander stapte. Makkelijk kan deze stap voor de betrokkenen niet geweest zijn, zeker niet omdat Stapel ook decaan bij FSW was. Heb je het mis, dan kun je een verdere carrière wel vergeten.
De commissie die onderzoek doet naar de werkwijze van Diederik Stapel, moet zich ook een idee vormen van de werkwijze en de onderzoekscultuur die mogelijk heeft geleid tot de fraude om zo herhaling te voorkomen, staat in de opdracht die de commissie van Eijlander heeft gekregen.

Een onderzoek naar de wetenschappelijke cultuur is noodzakelijke stap om herhaling te voorkomen. Ethiek is geen vanzelfsprekendheid. Wetenschappers zullen kritischer tegenover elkaar moeten staan. Met respect voor elkaars kennis, maar tegelijkertijd met een kritische academische geest. Wetenschappers moeten niet geleid worden door angst voor rangen en standen, noch horen ze geleid te worden door persoonlijke voorkeuren of druk om te publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. Alleen door een kritische houding kan een nieuwe affaire Stapel voorkomen worden. Het is aan de wetenschap.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.