Voorwaarden aan komst bursalenstelsel
Er mag alleen een bursalenstelsel komen, als er een duidelijk onderscheid komt tussen betaalde promovendi, die onderwijs geven en bursalen (studentpromovendi) die dit niet doen.
En de invoering van het bursalenstelsel mag niet ten koste gaan van het aantal docenten in het hoger onderwijs. Tevens dient de regering de Tweede Kamer na invoering van het bursalenstelsel op de hoogte te houden van de effecten van het toelaten van bursalen en de beschikbaarheid van universitair docenten.
De Tweede Kamer is vanmiddag akkoord gegaan met een motie van Kamerlid Jesse Klaver (GroenLinks), waarin deze voorwaarden staan. Een motie van Kamerleden Tanja Jadnanansing (PvdA) en Jasper Van Dijk (SP) met het verzoek om het bursalenstelsel helemaal niet in te voeren, werd door de indieners aangehouden.
Dat de motie van Jesse Klaver is aangenomen, wil niet zeggen dat het bursalenstelsel er definitief komt. De SP en de PvdA hielden hun motie om strategische overwegingen aan. Kamerlid Jasper van Dijk legt dat besluit in een reactie aan Univers uit. “In 2008 heeft een meerderheid van de Tweede kamer ingestemd met een motie over promovendi. Alleen de PVV was toen tegen. Maar de VVD en CDA zijn als coalitiepartij inmiddels van standpunt veranderd. We hadden niet de indruk dat er nu een meerderheid voor onze nieuwe motie zou zijn en een eenmaal afgestemde motie, mag later niet opnieuw worden ingediend. We gaan nu met CDA en VVD praten.” Mogelijk dienen de politici hun verzoek wel opnieuw in, als het politieke tij gunstiger is.