‘Data vrijgeven na onderzoek’
Wetenschappers zouden alle onderzoeksdata na publicatie vrij moeten geven. Dat is de enige methode om fraude door wetenschappers tegen te gaan.
Dat zegt Jaap Zwemmer, raadsman wetenschappelijke integriteit en voorzitter van de Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie (AIEC) aan de Universiteit van Amsterdam in een interview met universiteitsblad Folia.
Het enige mechanisme dat echt werkt tegen fraude en plagiaat is de angst dat je carrière volkomen vernietigd is als je wordt betrapt, meent Zwemmer. Maar uit de zaak Stapel blijkt dat fraude niet snel wordt ontdekt. Hij rommelde immers al langere tijd met onderzoeksgegevens. Alle data openbaar maken, is dan een goed middel.
Folia spreekt ook met Joop van der Pligt, hoogleraar sociale psychologie. Hij was de promotor van fraudeur Diederik Stapel toen die in 1997 promoveerde aan de UvA. ‘Niemand had verwacht dat Diederik zou frauderen. Hij was een zeer getalenteerd onderzoeker die zich in korte tijd hele literatuurgebieden eigen kon maken en doorzien. Ook zonder te frauderen had hij het ver geschopt.’
Sinds vijftien jaar is de publicatiedruk ‘significant toegenomen’, aldus Van der Pligt. ‘Diederik maakt deel uit van de eerste generatie die in deze veranderende tijd is opgegroeid. Het systeem is gebaseerd op het binnenhalen van individuele subsidies, zoals de veni’s, vidi’s en vici’s van de NWO, en een wetenschapper wordt beoordeeld op hoe vaak hij wordt geciteerd. De lat ligt heel hoog.’ Daarnaast is het creëren van een volledig fraudevrije omgeving niet mogelijk, aldus Van der Pligt, ‘maar hoe groot de druk ook is, onderzoeksgegevens mag je gewoon niet verzinnen. Spelers van Ajax mogen ook niet ineens scoren met hun handen.’