Recensie: Contagion
Schuimbekkende slachtoffers, internetparanoia en vriendjespolitiek. Contagion wil zoveel vertellen dat niets echt blijft hangen.
[Waarschuwing: spoilers]
“Veelbelovend begin”, fluistert mijn buurman me na vijf minuten toe. Hij heeft gelijk: in die eerste minuten zien we Gwyneth Paltrow die een verdacht telefoontje vanuit China pleegt, terwijl ze voorzichtig hoest en meldt dat ze zich ‘niet zo lekker voelt’. Als ze thuiskomt bij man Matt Damon duurt het niet lang eer ze schuimbekkend tegen de vlakte gaat.
Dat is mooi gevonden. Iedereen weet bij binnenkomst al waar deze film ongeveer over gaat – de vraag is alleen op welke manier, en waar dit eindigt. Op gecontroleerde wijze wordt momentum opgebouwd.
Dat moet ook, want Contagion is half een rampenfilm en half een whodunit. Bij wie is het virus, dat in enkele dagen voor miljoenen doden zorgt, nou begonnen? Laurence Fishburne en Kate Winslet gaan als onderzoekers van de World Health Organization op zoek naar de waarheid, en die crimi-setting bevalt uitstekend. Totdat de ‘butler’ van de film halverwege de speeltijd wordt opgerold. Vanaf dat moment is de angel eruit.
De rest van de film vormt een halfslachtig moreel vraagteken bij de farmaceutische industrie (wie krijgt als eerst de vaccinatie?), waarbij Jude Law als Julian Assange-achige internetprediker probeert om de machtstructuur van het westen te doorbreken. Het whatsappende dochtertje van Damon staat symbool voor de jonge generatie, vastgegroeid in een viraal netwerk. Maar de film lijkt zelf niet goed te weten wat ze met deze vraagstukken over deelziekte aanmoet.
Contagion wil een totaalplaatje schetsen over hoe zo’n pandemie er vandaag de dag uit zou zien. Dat plaatje is plausibel, maar daardoor is er weinig ruimte voor de persoonlijke verhalen (we volgen er zo’n vijf tegelijk) die uiteindelijk toch voor het gevoel van closure moeten zorgen.
Aan het eind van de rit is het moeilijk om compassie te voelen voor Fishburne of Damon – de laatste heeft uiteindelijk zelfs een kitscherig U2-nummer nodig om een catharsis te bereiken en zijn tranen de vrije loop te laten. En als de film in de laatste minuten dan nog eventjes meldt wie de ‘schuldigen’ zijn, geeft dat allang niet meer de aha-erlebnis die je zou mogen verwachten.
Toch is regisseur Soderbergh in één ding heel erg goed: bangmakerij. Nog nooit heb ik zoveel bioscoopgangers horen hoesten en niezen, en die bacillenbeduchtheid is het sterkste gevoel dat je bijblijft als je naar buiten wandelt – zonder de deurklink aan te raken. Dat is realisme, en dat is ook de belangrijkste reden om deze film een kans te geven.
Regisseur: Steven Soderbergh. Met Gwyneth Paltrow, Matt Damon, Kate Winslet, Laurence Fishburne, Jude Law.