Opinie: De Maya profetie, of vergaat de wereld echt eind 2012?
Eigenlijk begon het op internet, meer dan ergens anders. Een paar mensen die zich intensief bezig hielden met wat ik graag ‘wilde wetenschap’ noem, d.w.z. alternatieve theorieën over de grote lijnen in de geschiedenis van de aarde, kwamen tot de ontdekking dat de oude Maya beschaving van Midden Amerika heel bijzondere dingen had geponeerd over de toekomst van de aarde.
Uit hun interpretatie van de Maya kalender kwam, zo’n drie decennia geleden, de voorspelling die nu gemeengoed is geworden, nl. dat de wereld zoals wij die kennen, zal ophouden te bestaan eind 2012. Om precies te zijn, op 21 december 2012, en wel precies om 23.10 uur, maar dan wel Greenwich time, dus bij ons net na middernacht. Weer een einde der tijden voorspelling, zal menigeen gedacht hebben, zo vlak na Y2K; immers ook de verwachte rampen van 1-1-2000 bleken erg te vallen. Of weer een Apocalyps, na de talloze keren dat de Parousia, ofwel de terugkomst van Jezus, vergeefs is voorspeld. Aan die laatste hebben tal van christelijke bewegingen zich de schenen al stuk gestoten; zoals de Jehovah’s Getuigen in de vorige eeuw, en Adventisten – en vele anderen – in de eeuw daarvoor.
Wat is er nu bijzonder aan de 2012 voorspelling? Twee zaken. Ten eerste de afkomst van de Maya beschaving, en dat is ongewoon want de meeste eindtijdvoorspellingen komen uit de Christelijke hoek. Het tweede bijzondere is dat deze voorspelling eigenlijk collectief eigendom is, en niet van één beweging of persoon. Laten we met het tweede element beginnen. De 2012 verwachting is voor zover valt na te gaan begonnen rond 1980 met een aantal publicaties van ‘Maya kalenderologen’, doorgaans amateurwetenschappers die diep de uiterst complexe materie van de Aztec en Maya kalender indoken. In het begin was het een onderling spel binnen een clubje specialisten, totdat in 1995 andere alternatieve wetenschappers zich ermee gingen bemoeien. Voordien hadden deze zich bezig gehouden met de diepe betekenis van de pyramiden in Egypte, met de roemruchte Nazca lijnen in Peru, met de z.g. buitenaardse oorsprong van graancirkels, en zelfs met de astronomische kennis die aan de Dogon van Mali werd toegedicht. Dat laatste had ik al onderuitgehaald in 1989, althans die diepe astronomische kennis, maar dat drong pas geleidelijk door in de internet community van de ‘wilde wetenschap’. Het was deze groep met toegang tot de populair-wetenschappelijk pers, die de Maya profetieën combineerde met alle andere ‘onverklaarbare’ verschijnselen die men gaandeweg verzameld had. Zij maakten van de Maya voorspelling een indrukwekkend bouwwerk, waarbij alles wees naar die ene datum: 21 december 2012. Dan zal de aardas precies in de richting van het centrum van onze Melkweg wijzen, dan vallen alle astrologische tekens samen met een te verwachten grote verandering en dan zal het aardmagnetisme zich ompolen – d.w.z. de Zuidpool wordt Noordpool en omgekeerd –, kortom alles wijst op een monumentale verandering. Wat er precies na die datum zal gebeuren is minder duidelijk dan de datum zelf. In feite zijn er twee richtingen, op internet en in de boeken. De eerste gaat uit van een rampscenario, altijd het aardigste, maar ook het kwetsbaarste: dat kan heel duidelijk niet uitkomen: vulkanisme, tsunamies noem maar op. De tweede lijn is er een van ingrijpende verbeteringen van de wereld, en dat is niet gebruikelijk in dit soort toekomstscenario’s. Vanaf die datum zullen er grote doorbraken komen in de medicijnen, ‘holistische geneeskunde’ wordt het wel genoemd, zal een grote empathie de mensheid doordringen – we zullen elkaar allemaal prima begrijpen – en, volgens sommigen, zullen er net zoveel mensen op de aarde zijn als wij grijze cellen in ons hoofd hebben, kortom wij worden één universeel wereldbrein.
Prachtig, allemaal, maar, terugkomend op onze eerste vraag, wat heeft dit nog met de Maya te maken? Niet zoveel eigenlijk, al wordt hun kalendersysteem wel altijd als bron genoemd. Nu hadden de Maya inderdaad een verbluffend precieze jaartelling – hun berekening van de duur van een zonnejaar was praktisch zo nauwkeurig als de onze – maar ook kenden zij de beroemde ‘long count’. Zij zagen de wereldgeschiedenis zich ontplooien in tijdperken, elk van een lengte die doorgaans ver buiten het rekenbereik van vroegere volken lag. Het systeem draait op een ingenieuze interactie tussen verschillende getallencomplexen. Hun jaar was niet opgedeeld in weken en maanden, maar uinal, tun, katun, en Bakhtun: 20 dagen is 1 uinal, 18 uinal is 1 tun, 20 tun is 1 katun, and 20 katun 1 bakhtun, d.w.z. 144.000 dagen. Wie vanaf de veronderstelde start van de telling in 3133 voor Christus 144.000 dagen telt, komt uit op 21 december van dit jaar. Daarnaast bestaat er een eenheid van 13 benoemde dagen binnen een cirkel van twintig benoemde posities, en die weer op een cirkel van 120 benoemde posities rolt. Een long count tijdperk is over wanneer dezelfde combinatie van benoemde posities terugkomt; dan komen vijf perioden neer op 374.440 jaar, voorwaar een long count.
Volgens de Maya zijn wij aan het einde van de vijfde cyclus; elke cyclus heeft zijn eigen dynamiek gehad, zijn eigen goden, en zijn eigen einde. Veel van hun religie bestond eruit dat einde iets uit te stellen, met offers en andere rituelen, maar uiteindelijk was het einde onvermijdelijk. Twee vragen doemen dan op: wanneer is het precies begonnen, die telling, en ten tweede, wat komt er na de vijfde periode. Dat is eerste is lastig, want de bovengenoemde datum van 3133 voor Christus is gebaseerd op een complex aantal veronderstellingen. De voor de hand liggende manier om hun kalender op de ‘onze’ te eiken is tijdens de verovering van Midden Amerika, toen Cortez korte metten maakte met de koninkrijken van dat gebied. Er zijn verschillende voorbeelden bekend van de Maya en de Spaanse datering van dezelfde gebeurtenis, maar die zijn of tegenstrijdig of onduidelijk. Dus het antwoord op de eerste vraag, hoe ‘hard’ die startdatum is, is ‘redelijk zacht’. Verschillende kalenderologen zijn ook al bezig om die startdatum te herbereken; december komt dan ook al met snel naderbij, en sommigen hebben al een nieuwe datum berekend, 300 jaar later. Wie iets uitstelt, moet dat goed doen.
De tweede vraag, wat de Maya eigenlijk zich voorstelden wat er na de vijfde periode zou komen, is wel zo interessant.Uimmers, de voorspelling komt van niet Maya onderzoekers. De Maya geschriften zijn uiterst vaag. Het meest waarschijnlijke antwoord is: helemaal niets. Na de vijfde ‘schepping’ zou er simpelweg geen nieuwe komen, geen nieuwe schepping, geen nieuwe tijd, geen nieuwe wereld: een zwart gat, waarin de schepping gewoon ophoudt, en waarin de tijd stopt. Van alle voorspellingen die over post-2012 zijn gegeven is dit eigenlijk nog wel de interessantste, want het moeilijkste voor te stellen. Volgens verschillende Maya-bronnen zou er – als de startdatum goed is berekend – na 21 december geen ‘tijd’ meer bestaan. Tijd was voor hen iets heiligs – hetgeen hen tekent als goede wiskundigen – en iets een volk moest verdienen, want een nieuwe dispensatie wordt niet zo maar geschonken door de goden. Voor een nieuwe tijdsbedeling is er een nieuw god nodig, maar die zouden er simpelweg niet meer zijn. We zouden dus eindigen in duisternis, in niet-zijn, in een ‘ontijdelijk niet-bestaan’, een leegte buiten de tijd, de hele wereld één vacuüm zonder inhoud en zonder toekomst. Dat heeft eigenlijk niemand overgenomen, en dat is te begrijpen, want dan valt er niets meer te zeggen, niets meer uit te leggen en zijn alle boeken die ooit geschreven zijn, samen met alle blogs op het internet, niet alleen geschiedenis geworden, maar zelfs een vergeten geschiedenis. En dat wil niemand.
Wouter van Beek is Hoogleraar Antropologie van de Religie aan de UvT.