70 % van de afgestudeerden verlaat studiestad
Er zijn vele factoren die het vertrek beïnvloeden, maar uiteindelijk behouden de universiteitssteden een positief migratiesaldo van academici. Dat is een van de conclusies in het proefschrift van Viktor Venhorst, econoom en demograaf aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Steden willen academici graag aan zich binden vanwege de positieve effecten die deze groep op de regio heeft.
Ondanks de hoge migratie van afgestudeerden, blijft toch dertig procent in de studiestad wonen na het afstuderen terwijl maar vijf tot tien procent van de studenten er al woonden voordat ze gingen studeren. De conclusie: het aantal academici in een studiestad groeit elk jaar. Dat is goed voor de regio want een grote instroom van academici zorgt voor een groter aanbod aan wetenschappelijke banen.
Het onderzoek van Venhorst onthult dat academici helemaal niet zo mobiel zijn als vroeger gedacht werd. Iemand die afkomstig is uit een studiestad en daar ook studeert, heeft een veel grotere kans om daar na de studie te blijven. Dit zogenaamde ‘plak-effect’ is veel groter dan verwacht; de kans om te blijven kan in deze gevallen verviervoudigen. Het omgekeerde is ook waar: als een student is verhuisd om te gaan studeren, dan is de kans ook groter dat de student na zijn studie weer verhuist.
Mobiele afgestudeerden hebben vaak kwalitatief betere banen. Venhorst kent dit niet toe aan louter de mobiliteit, maar aan karakteristieken die mobiliteit en de betere baan kunnen verklaren, zoals interne motivatie.