Aantal no-shows bij tentamens moet omlaag
Het aantal no-shows bij tentamens moet naar beneden. Dat percentage ligt bij sommige tentamens op tachtig procent. Dat komt onder meer omdat studenten -op het moment dat ze zich moeten inschrijven voor een hertentamen- de uitslag van het eerste tentamen nog niet hebben. Student Services komt met een voorstel over de wijze waarop met no-shows kan worden omgegaan.
Dat staat in de eindrapportage van de werkgroep Onderwijsondersteuning, door de universiteit ingesteld met het oog op de bezuinigingen. Studenten kunnen zich nu niet afmelden voor het hertentamen.
“De werkgroep is van mening dat efficiencywinst te behalen is als studenten zich tijdig kunnen afmelden, docenten de tentamenuitslag binnen een bepaalde tijd bekendmaken, er een boete voor no-show wordt gegeven, of dat ‘boete’ een gemiste tentamenkans betekent. Met een nieuw roostersysteem (Exam Scheduler) kunnen studenten zich dan drie weken voor het tentamen afmelden.”
De werkgroep boog zich ook over de surveillanten. Ook hier is efficiëntiewinst te behalen als de organisatie van tentamens en de surveillance centraal zijn georganiseerd. Uitzondering hierop is de faculteit rechtswetenschappen, die zelf surveillanten regelt. Het gaat hierbij vooral om docenten. De medewerkersfracties in de Universiteitsraad vrezen dat de docenten daardoor overbelast zullen worden. Tijdens een vergadering van de commissie Onderwijs en Onderzoek zei rector magnificus Philip Eijlander hierover: “De rechtenfaculteit denkt dat ze het zelf goedkoper kan regelen. Surveillance is daar ook als bezuinigingspost ingeboekt op de begroting.”
De werkgroep keek ook naar de mogelijkheid om een loket op de campus te realiseren voor alle vragen. Besloten is dat de faculteiten een eigen eigen front office houden, omdat dit belangrijk is voor de informatievoorziening.
Onderzoeksondersteuning
Een andere werkgroep keek naar de efficiencymogelijkheden op het vlak van onderzoeksondersteuning, onder meer als het gaat om het binnenhalen van onderzoekssubsidies. “Momenteel is de subsidieondersteuning binnen Tilburg University niet overal optimaal belegd. In het algemeen constateert de werkgroep dan ook dat er meer in subsidieondersteuning geïnvesteerd dient te worden. Faculteiten moeten hierin echter hun eigen beleidskeuzes kunnen maken. Echter, als een faculteit besluit om bepaalde taken niet uit te voeren, kan het niet zo zijn dat deze taken centraal worden opgepakt,” aldus de werkgroep in haar rapportage.
De diverse voorstellen worden de komende tijd verder uitgewerkt.