‘Internationaal strafhof moet zich op hoogste gezagsdragers richten’
Het internationale strafrechtssysteem zou aan geloofwaardigheid winnen als een scherper onderscheid wordt gemaakt tussen de hoogste politieke gezagsdragers van een criminele staat en gezagsgetrouwe onderdanen die in opdracht van de staat misdrijven plegen.
Dat betoogt hoogleraar Alette Smeulers op vrijdag 27 april bij de aanvaarding van haar leerstoel Internationale Criminologie.
Internationale misdrijven zijn extreme vormen van massaal en collectief geweld zoals moord, mishandeling, verkrachting en plundering. Vanwege de enorme impact van deze misdrijven en omdat ze de internationale vrede en veiligheid in gevaar brengen, worden ze gekwalificeerd als internationale misdrijven en door de internationale gemeenschap strafbaar gesteld.
De criminologe Alette Smeulers stelt in haar inaugurele rede op 27 april de vraag of internationale misdrijven wezenlijk anders zijn dan ‘gewone’ misdrijven. Ze onderscheidt vier typen internationale misdrijven, waarvan er één volgens haar inderdaad een andere vorm van criminaliteit is: misdrijven die begaan worden door statelijke actoren op bevel van de staat. Het gaat daarbij om misdrijven die door de hoogste gezagsdragers en politieke leiders worden geïnitieerd en die binnen de staat worden gezien als legitiem en noodzakelijk.
Gezagsgetrouwe onderdanen die zich aan deze context conformeren, al dan niet onder dwang, worden zo daders van internationale misdrijven. Voorbeelden hiervan zijn Nazi-Duitsland en de genocide in Rwanda, maar ook de War on Terror van de Verenigde Staten.
Om het gedrag van deze ‘gezagsgetrouwe criminelen’ te verklaren, moet volgens Smeulers de vraag gesteld worden waarom zij bevelen gehoorzamen en zich loyaal opstellen. Dat is een fundamenteel andere vraag dan die ten grondslag ligt aan de meeste criminologische theorieën. Het antwoord zoekt Smeulers in de sociale psychologie, die kan verklaren hoe mensen gedreven worden tot de ergste misdaden door middel van heel gewone mechanismen. Zo kunnen mensen uit zelfbescherming gaan geloven in de juistheid van hun eigen misdrijven.
Dergelijke mechanismen maken gezagsgetrouwe criminelen echter nog geen onschuldige slachtoffers van het systeem, stelt Smeulers.
Maar het internationale strafrecht moet wel een scherper onderscheid maken tussen enerzijds de hoogste politieke gezagsdragers die de staat crimineel maken en anderzijds de onderdanen die de misdrijven voor hen uitvoeren. De politieke leiders kunnen verantwoordelijk gehouden worden voor internationale misdrijven en het scheppen van een sociale context waarin gezagsgetrouwe onderdanen misdrijven begaan. Deze ‘voetsoldaten’ begaan wel degelijk misdaden zoals moord, verkrachting of mishandeling, maar zij zijn niet verantwoordelijk voor het collectieve karakter dat deze misdrijven tot internationale misdrijven maakt. Daarom ook moet het internationaal strafhof zich volgens Smeulers vooral op de hoogste gezagsdragers richten.
Niet alleen bij de aanklacht en schuldvraag moet met dit onderscheid rekening gehouden worden, maar ook bij het bepalen van de strafmaat, aldus Smeulers. Dat gebeurt nog niet altijd: zo legde het Joegoslaviëtribunaal de politica Biljana Plavsic 11 jaar gevangenisstraf op, terwijl een Oost-Timorese voetsoldaat van het Oost-Timortribunaal 13 jaar kreeg voor het onder dwang vermoorden van twee mensen.
en en internationale misdrijven.