Rathenau: “De UvT is een onderwijzende universiteit”
De Universiteit van Tilburg is primair een onderwijzende universiteit en geen maatschappelijke. Tot die conclusie komt het Rathenau Instituut in haar rapport De Nederlandse Universiteiten: Feiten en Cijfers 2012. Het instituut baseert zich op de mate waarin universiteiten middelen uit verschillende geldstromen winnen.
In haar rapport typeert het onderzoeksinstituut de Nederlandse universiteiten aan de hand van een werfkrachtindicator.
Universiteiten werven financiering uit verschillende bronnen oftewel geldstromen. De eerste geldstroom komt van de overheid, en bestaat uit een rijksbijdrage voor alle universiteiten. De tweede geldstroom komt van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en is bedoeld voor de uitvoering van onderzoek. De laatste bron komt van derden, zowel publiek als privaat, en kan worden ingezet voor onderzoek én onderwijs.
Uit cijfers blijkt dat de Universiteit van Tilburg vooral op de eerste geldstroom is gericht. In vergelijking met andere Nederlandse universiteiten put de UvT een stuk minder uit de tweede en derde geldstroom. Dit maakt haar volgens het Rathenau Instituut tot een onderwijzende universiteit. De Universiteit van Amsterdam richt zich bijvoorbeeld veel meer op de tweede geldstroom, en kan daarom worden getypeerd als een wetenschappelijke universiteit. Wageningen is vooral gericht op de derde geldstroom en is dus een maatschappelijke universiteit. Universiteiten die zowel qua wetenschappelijke als maatschappelijke werfkracht boven het gemiddelde scoren, worden getypeerd als ondernemende universiteiten.
Het Rathenau Instituut stelt dat de werfkracht niet per se iets hoeft te zeggen over de kwaliteit van het onderzoek. Universiteiten met een hoge werfkracht presteren niet altijd beter op wetenschappelijk gebied dan universiteiten met een lage werfkracht.
Een manier om de wetenschappelijke impact van een universiteit te meten is door te kijken naar de citatiescore. Hoe vaak worden publicaties aangehaald door anderen? De UvT heeft volgens het Rathenau Instituut een citatiescore van tien procent boven het wereldgemiddelde. Niet slecht, maar het is wel de laagste score van alle Nederlandse universiteiten. Op de tweede plaats van onderen staat de Technische Universiteit Delft, met een citatiescore van 27 procent boven het wereldgemiddelde. De ranglijst wordt aangevoerd door de Universiteit Utrecht, met een score van 57 procent boven het wereldgemiddelde.
Toch timmert de UvT behoorlijk aan de weg. Tussen 2006 en 2010 is het aantal wetenschappelijke publicaties van universiteiten gestegen van 21.500 tot 27.000. De Universiteit van Tilburg groeide het hardst. Het aantal wetenschappelijke publicaties nam maar liefst toe met 78 procent. De Technische Universiteit Eindhoven presteerde het slechtst met een groeicijfer van tien procent.
Het Rathenau Instituut verricht geregeld onderzoek naar het wetenschappelijk systeem in Nederland. Het volledige rapport is hier te lezen.
