Stagemonitor 2012: ‘Stage relevanter dan opleiding’
Stage lopen kan voor studenten een nuttige aanvulling zijn op de opleiding. Volgens de stagemonitor 2012, een onderzoek van het Studentenbureau, vinden studenten hun stage ‘extreem belangrijk voor hun ontwikkeling, nog meer relevant dan de opleiding zelf.’ Univers vroeg Dineke Kolen, de stagecoördinator van Tilburg School of Humanities, om een reactie op de resultaten van het onderzoek.
Dineke Kolen begeleidt studenten bij een afstudeerstage. Studenten aan de faculteit Geesteswetenschappen kunnen bij een bedrijf of andere instelling extern onderzoek doen en daarop afstuderen: een afstudeeronderzoek. Studenten hebben ook de mogelijkheid om een afstudeerstage te doen: ze verrichtten dan ook onderzoekswerkzaamheden, maar deze zijn gekoppeld aan praktische werkzaamheden. Twintig procent van de werktijd mag gespendeerd worden aan activiteiten die niet direct verband hebben met de stageopdracht.
Volgens het onderzoek had de recessie invloed op de werkzaamheden van stagiaires. Veertien procent van de studenten die stage liepen, moesten werk doen wat normaal door vaste werknemers gedaan werd. In het onderzoek gaf twaalf procent van de bedrijven aan meer gebruik te maken van de stagiaires tijdens de recessie dan gebruikelijk. Iets minder dan de helft van de stagecoördinatoren (44 procent) ziet dat stagiaires ingezet worden als goedkope oplossing voor niet-stagegerelateerde taken zoals koffie halen.
Dineke Kolen: “Het is jammer dat er in het rapport geen onderscheid gemaakt wordt tussen het HBO en het WO. Ik denk dat de problemen eerder betrekking hebben op HBO stages, omdat daar vaak een grotere meewerkcomponent in zit. En dan loop je eerder het risico dat de grenzen tussen activiteiten op en onder niveau vaag worden.” Daarnaast bestaat de respondentengroep slechts voor twaalf procent uit universitair geschoolde studenten.
Stage lopen vergroot de baankans, onthult het onderzoek. 47 procent van de studenten krijgt na afloop van de stage een baan aangeboden. De helft van de studenten die een baan aangeboden kreeg, accepteerde de baan ook daadwerkelijk. Volgens het onderzoek weigeren ze de baan voornamelijk vanwege ‘oninteressante werkzaamheden’ en ‘weinig doorgroeimogelijkheden.’
De begeleiding van studenten vanuit de onderwijsinstelling kan beter volgens het rapport. Het rapportcijfer voor stagebegeleiding steeg met een tiende naar 7.2. Maar de tevredenheid over de begeleiding vanuit de onderwijsinstelling daalde in een jaar van 6.1 naar 5.8.
Recessie
Bij een afstudeerstage hoeven studenten niet te vrezen voor uitbuiting. Kolen: “De student maakt vooraf middels een stageplan en -contract afspraken met de instelling. Wanneer we daar onvoldoende vertrouwen in hebben wordt de opdracht niet goedgekeurd. En wanneer tijdens het proces blijkt dat studenten te veel worden ingezet voor andere taken, dan kunnen ze daarover aan de bel trekken en gaat hun begeleider of ik als stagecoördinator met die instelling in gesprek. In de praktijk is dat tot nog toe nooit nodig geweest, omdat we vooraf goede afspraken maken.”
Het onderzoek werd in mei 2012 verricht onder ruim 1.300 respondenten. Het onderzoek richtte zich niet alleen op studenten maar ook op medewerkers uit het bedrijfsleven en het hoger onderwijs.