HET EK 2012
Wat kregen we veel kanzen tegen de Denen, onvoorstelbaar veel kanzen, maar die kanzen werden geen van alle benut. In Brabant spreekt men in dit verband van ‘kansen’, maar boven de grote rivieren weet men dat de s als een z moet worden uitgesproken. Het was tenenkrommend, al die ballen die er maar niet in gingen. De Denen groeiden dan ook in de wedstrijd. Met zo’n 2 tot 3 centimeter per Deen. Daarnaast was het gras traag, aldus het deskundige commentaar van de deskundige commentator, en was het nauwelijks besproeid en niet gemaaid. Daardoor waren enkele van onze spelers een groot deel van de wedstrijd onzichtbaar. Vooral de kleinere spelers. Wat waren onze jongens verdrietig na afloop. Als we zo kampioen moeten worden, dan hoeft het niet meer voor mij, zag je enkelen denken. Ook tijdens de wedstrijd dachten ze dit eigenlijk al. Wat een gebrek aan spelvreugde! Hoe zou dat toch komen?
Volgens mij heeft dat veel te maken met ons volkslied. Wil Nederland überhaupt… pardon, lelijk Duits woord. Wil Nederland ooit nog eens kampioen worden, in de voetbalsport of bij het rodelen of synchroonzwemmen of welke sport dan ook, dan moet er eens een wat vrolijker volkslied komen, met een leuke melodie en een tekst vol levensvreugde, vol jolijt, vol kracht en durf, en leuke woordspelingen. Anders wordt het echt niets. Voorafgaand aan de wedstrijd tegen Denemarken zag ik Mark van Bommel het eerste couplet van onze nationale hymne meezingen. De tekst stond getatoeëerd op de arm van de speler die naast hem stond. En Mark, normaal toch een snaakse belhamel, keek zeer bedrukt. Moedeloos keek hij. Zo van: dit gaan we nooit winnen. Wij hebben een zeer deprimerend volkslied. Wij hebben het meest sombere volkslied van Europa. Zelfs het volkslied van Transsylvanië is vrolijker.
De somberheid druipt van ons Wilhelmus af. Loodzwaar is het. Vergeleken met ons volkslied zijn de composities van Wagner muziekjes voor in het winkelcentrum. Ons volkslied is op een donkere, druilerige herfstdag geschreven door een levensmoede gereformeerde ex-onderwijzer in een knellende onderbroek met lange pijpen. In een donkere kelder waarin het naar schimmel en kapotte riolering ruikt. En naar dingen die dood zijn. Wilhelmus vahahan Naasauwe, ben ik van Duihuitsen bloed… Duitsen bloed? Nee toch zeker! Met het oog op de wedstrijd van aanstaande woensdag tegen onze oosterburen lijkt me een snelle bloedtransfusie noodzakelijk. Veranderen in: drink ik graag Duits bloed? Of: zie ik graag Duits bloed? Een bal vol Duits bloed? Een bad van Duits bloed? Zoiets dus. Daarna kunnen we het eens over die koning van Hispanje hebben.