Uitspraak instellingscollegegeld eind november
Betalen UvT-studenten die het instellingscollegegeld moeten betalen te veel voor hun studie? Dat wordt pas duidelijk rond 28 november, als de rechter uitspraak doet.
Afgelopen vrijdag diende in Amsterdam een rechtszaak die de Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU) had aangespannen tegen acht Nederlandse universiteiten, waaronder de UvT. Het proces ging over de vraag hoe de hoogte van het instellingsgeld door universiteiten bepaald zou moeten worden. De SCAU vindt het tarief te hoog, de werkelijke kosten van een studie zouden lager zijn. Zo rekent de UvT bij sommige studies een tarief van 10.590 euro (voor niet-EER-studenten).
Ondanks aandringen bij de verschillende universiteiten was er volgens de Stichting geen duidelijk antwoord gekomen op de vraag hoe het tarief berekend werd.
In zijn pleidooi betoogde de advocaat van de SCAU, Maarten Kalkwiek, dat de universiteiten hierbij hun bevoegdheid misbruiken door te hoge bedragen te vragen, aldus universiteitsblad Folia. Volgens Kalkwiek hebben de universiteiten enkel de bevoegdheid om kostendekkend instellingsgeld te eisen. Dat zou op 4500 euro liggen. Ook zou er sprake zijn van kartelvorming en misbruik van machtspositie.
De advocaten van de universiteiten menen dat ze vrijheid hebben om het instellingsgeld zelf te bepalen. Het gevraagde bedrag zou hoger mogen liggen dan het bedrag voor de werkelijke kosten. Ook zou het SCAU de onderzoekskosten niet mee rekenen.
