Opinie: ‘de Tour is dope voor onze gedachten’
Een opiniestuk van Léon Hanssen, cultuurwetenschapper aan de UvT, over dopinggebruik in de wielersport.
Hoe is het mogelijk dat we telkens weer de dupe worden van een massale hysterie, waarin we aan een schier absurde gebeurtenis, of loop van gebeurtenissen, een abnormale status toekennen? Waarin we met volle overgave geloven wat we met ons nuchtere verstand zouden moeten betwijfelen?
Voor een antwoord kunnen we terecht bij het baanbrekende werk ‘De spektakelmaatschappij’ (1967) van de Franse publicist Guy Debord. In de moderne cultuur is er tussen ons en de realiteit een tweede wereld geschoven: de presentatie van die realiteit.
We zijn pas geneigd een gebeurtenis te geloven als zij zich aan ons als een schouwspel voordoet. Vandaar de waanzinnige rol van de media. Zij weten een reeks feiten, hoe banaal of ongeloofwaardig ook, tot een heus evenement op te tillen. Pas als zij via de media tot ons komt, zijn we geneigd geloof te hechten aan de waarheid van de werkelijkheid.
Er is nog een tweede euvel. Onze recordmanie. Het menselijk bestaan heeft het karakter gekregen van een harde competitie die we meten in termen van recordprestaties. Of het nu de Amerikaanse presidentsverkiezingen betreft of het Eurovisiesongfestival, alles wordt gedegradeerd tot een wedstrijd waarin het gaat om winst of smadelijk verlies. De historicus Johan Huizinga verbond hieraan de notie van puerilisme: kinderlijkheid. ‘Wie nog nadenken kan, weet dat dit alles geen waarde heeft.’
Het demasqué van wielrenner Lance Armstrong doet denken aan een bekend theaterstuk. Namelijk aan de gigantische hype waarmee we hem destijds met z’n allen op de troon hebben gezet. Het huidige spektakel vormt het negatief daarvan. Ook in de ontmaskering van de legende komen krachten vrij die verlammend werken op onze werkelijkheidszin.
Het verhaal dat coureurs zich van een geheimzinnig nectar bedienen om over de bergen te kunnen vliegen, is zo oud als het wielrennen zelf. Ook maken zij gebruik van talloze andere listen en trucs. In de wonderbaarlijkste Touretappe ooit won Greg Lemond op de Champs-Élysées met een onovertroffen snelheid van 54,5 km de afsluitende tijdrit van gele truidrager Laurent Fignon. Daarmee wist hij met luttele seconden voorsprong ook de gehele Tour als winnaar af te sluiten. De overwinning zou hij in laatste instantie te danken hebben aan het gebruik van een ossenkopstuur, waar Fignon nog niet vertrouwd mee was. Terwijl zijn rivaal later als kankerpatiënt ruiterlijk toegaf dat hij in de tour doping gebruikte (Fignon is in 2010 op vijftigjarige leeftijd overleden), wijst Lemond sinds jaar en dag met een beschuldigende vinger naar Lance Armstrong die hem vervolgens als zevenvoudig Tourwinnaar ruimschoots heeft overvleugeld. (Lemond was de eerste Amerikaanse Tourwinnaar en won drie keer de Tour de France, maar na de introductie van epo won hij weinig meer.) Niets menselijks is deze godenzonen vreemd.
Het duizend pagina’s tellend rapport over Armstrongs dopinggebruik door de Amerikaanse dopingbestrijder Usada is zorgvuldig gecomponeerd. Het is een verbijsterend, maar klassiek verhaal van samenzwering en verraad, van hoogmoed en val. Wat er alleen niet in staat: we hebben dit verhaal met z’n allen in het leven geroepen. Armstrong kwam als robuuste Amerikaan precies op tijd voor de verjonging van de mythe van de Tour waar het publiek om vroeg. Maar in z’n honger naar macht heeft hij de goden getart en mobiliseerde hij de tegenstand die nu een onherroepelijk vonnis over hem velt. Hij overschreed de maat van ons gevoel voor theater, waardoor hij nu even opzienbarend van de troon wordt gestoten als hij er eens op kwam.
De Tour de France zal ook dit jaar doorgaan. Om Huizinga te parafraseren: wie nadenken kan, weet dat het demasqué van Armstrong geen waarde zal hebben. De Tour wijkt alleen voor bovenmenselijk geweld zoals tijdens de twee wereldoorlogen, maar het legendarisch sportspektakel laat zich niets gelegen liggen aan een sterfelijk dopingfraudeur die in een vlaag van onbezonnenheid dacht haar te kunnen domineren. Dwaasheid! Want zij is het zelf, de Tour: dope voor onze gedachten.
De val van Armstrong is zijn laatste huzarenstuk. Wil hij nog iets van zijn mythische glans terugwinnen, dan rest er niets anders dan zich als allereerste mens te laten wegschieten naar Mars op voorwaarde dat hij nooit meer terugkeert.
Dit opiniestuk verscheen vanmorgen op papier in dagblad Trouw.