Towking Inglisj? (deel 3)
Aan de UvT worden steeds meer colleges in het Engels gegeven. In een drieluik belicht UniversOnline drie aspecten van de Engelstalige colleges. De kant van de docenten, de kant van de studenten en de wetenschappelijke kant.
Nu deel 3, het wetenschappelijk onderzoek.
Onbewust wordt het beeld dat we van iemand hebben, beïnvloed door zijn uitspraak. Een accent kan een negatief effect hebben. “Studenten stellen bizar hoge eisen. Het moet near native zijn. Als een docent een accent heeft, denken studenten automatisch dat zijn Engels slecht is. Maar grammaticaal en kan vocabulaire is het dan soms prima. Het is pure perceptie. En soms denken ze door het accent ook nog eens dat de docent zijn vak niet verstaat. Maar het kan een topwetenschapper zijn.” Dat zegt de Utrechtse taalwetenschapper Annemieke Meijer. Ze schreef over haar bevindingen in de paper ‘If you’re so smart, why do you sound so Dutch.’
Meijer geeft op de Universiteit Utrecht de cursus Teaching in the International Classroom. Ze ondervroeg daarbij verschillende docenten over hun gedrag in de klas.
“In eerste instantie zeggen ze dat er geen verschil is tussen lesgeven in het Engels of in het Nederlands. Maar als je doorvraagt blijkt dat ze zich in het Engels kwetsbaarder voelen. Je voelt je nu eenmaal het meeste thuis bij je moedertaal. Ze durven geen grapjes te maken, geen anekdotes te vertellen en ze geven geen spontane voorbeelden. Ze hebben veel voorbereidingstijd nodig en vinden het lastig om de interactie met studenten aan te gaan. De voorbereiding van een Engelse les vraagt meer tijd en het mondt vaak uit in een veilige monoloog. Docenten durven de les niet open te gooien of de interactie aan te gaan, dan weet je namelijk niet wat er komt.”
De Utrechtse docente deed onderzoek naar de verschillen tussen Engelse en Nederlandse lessen bij de Faculteit Geesteswetenschappen in Utrecht. “Docenten die in het Engels lesgeven hebben meer voorbereidingstijd nodig, ze ervaren het lesgeven als vermoeiend. Na twee keer drie kwartier zijn ze uitgeput, ze voelen zich ongemakkelijker, minder flexibel, ze durven geen grapjes te maken, sommige docenten geven aan dat ze denken dat het niveau van hun onderwijs lager ligt, het gaat volgens sommige docenten langzamer, ze kunnen minder lesstof behandelen. Er zijn overigens ook wel verschillen tussen de vakgebieden. Bij de harde wetenschappen is het makkelijker, ze werken daar met vaste formules. Bij humanities (bijvoorbeeld filosofie) kan elk woord dat je verkeerd kiest de inhoud van je boodschap veranderen.”
Geen positief beeld dus. Toch maar colleges in het Nederlands geven dan? Volgens Meijer kan dat niet meer: ‘Dat is echt een gepasseerd station. Wij willen internationaliseren. Je kunt geen hokje plaatsen om het Nederlands hoger onderwijs, universiteiten richten zich steeds meer op buitenlanders. Wel denken universiteiten er nu vaak te makkelijk over. Het zou enorm helpen als ze de problematiek erkennen. Stuur docenten die in het Engels les moeten gaan geven een brief waarin je hun onzekerheid erkent en een cursus aanbiedt. Die cursus hoeft geen maanden te duren. Enkele tips and tricks waarin je docenten leert hoe ze de interactie verbeteren, kunnen al helpen. En leer ze enkele basiszinnen. Wat zeg je als je stilte wilt? In Nederland overheerst het idee dat iedereen probleemloos Engels kan spreken. Ik hoor van cursisten dat ze bijna niet naar mijn cursus durven te komen en dat ze door andere collega’s worden uitgelachen. Maar Engels is gewoon een tweede taal, net als Duits en Frans. En het gaat dan ook nog eens niet om huis, tuin en keukenengels, maar om een taal op academisch niveau.”
Amerikaans Engels
In 2010 koos de UvT voor een overstap van Brits Engels naar Amerikaans Engels. Amerikaans-Engels zou praktischer zijn omdat wetenschappelijke artikelen (met name op het vlak van Economie en Sociale Wetenschappen) vaak in Amerikaanse tijdschriften worden gepubliceerd. Beide talen lijken op elkaar, maar er zijn kleine verschillen. Zo zeggen de Engelsen Colour, Flavour en Theatre en zeggen de Amerikanen Color, Flavour en Theater. Ook verschilt het Brits-Engels soms van het Amerikaans-Engels qua woordenschat: zo is “lift” het Britse en “elevator” het Amerikaanse woord voor lift.