Becking over toekomst UvT

Liever klein, geprofileerd en financieel gezond, dan groot en geen goede kwaliteit. Dat beeld heeft Koen Becking voor ogen als het om de toekomst van Tilburg University gaat. Groei in studentenpopulatie is voor de voorzitter van het College van Bestuur geen heilig doel.

In zijn nieuwjaarstoespraak snijdt Becking vier elementen aan die de komende maanden in het strategisch plan nader uitgewerkt zullen worden. Kwaliteit, onderwijs, een scherp wetenschappelijk profiel en practice what you preach.

In uw toespraak heeft u het over moeilijke keuzes. U zegt: Om te kunnen investeren in onze sterke punten en in innovatie moeten we tegelijkertijd afslanken waar dat mogelijk is. U gaat dus saneren?
“We moeten een scherper profiel krijgen. Daar horen strategische keuzes bij, waar gaan we op inzetten? Een vraag die echter vaak niet beantwoord wordt, is: wat ga je dan niet doen? We hebben beperkte middelen. Dat kan gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor diensten en studies. Aan de ene kant zullen we saneren, ik sluit echter niet uit dat we ook zaken opstarten. Ik denk aan een scherp profiel in de top en een bredere basis. Er zijn studies die we nog niet aanbieden en die wel binnen het profiel van mens en maatschappijwetenschappen passen. Denk bijvoorbeeld aan geschiedenis of politieke economie.”

Welke studies of diensten gaan er verdwijnen?
“Ik heb nu niet concreet wat we wel en niet gaan doen, dat gaat me te snel. De komende maanden zijn bedoeld om onze visie te bepalen. Iedereen binnen en buiten de universiteit mag meedenken over de thema’s. Dat kan via Yammer, maar er komen ook bijeenkomsten. We gaan daar bijvoorbeeld de UvT- sociëteit voor inrichten en het Academic Forum gaat sessies organiseren. We willen een zo breed mogelijke input. Uiteindelijk is het aan het CvB en aan de decanen om op basis van alle ideeën keuzes te maken. Rond de zomer moet het strategisch plan klaar zijn, dan kan het in het najaar naar het Stichtingsbestuur en naar de URaad. Formeel beslaat het plan de periode 2014-2018, maar we kijken wat verder, tot 2020. ”

Keuzes maken en zaken niet meer doen. Betekent dat ook dat de universiteit qua studentenaantal kleiner wordt?
“Dat kan het gevolg zijn. Studentengroei is mooi, maar het is geen doel op zich. Ik ben liever klein, geprofileerd en financieel gezond dan dat ik groot ben, mijn cijfers moeizaam op orde heb en dat het niet zo duidelijk is waar je voor staat. Vergis je trouwens niet. Als je topkwaliteit levert, word je ook aantrekkelijker. Mensen willen bij jou komen studeren, werkgevers willen jouw studenten in dienst nemen. De demografische regiocijfers zien er trouwens goed uit en we verwachten meer buitenlandse studenten. Ik verwacht op korte termijn dus geen daling in studentenaantallen.”

Universiteiten vormen teveel een eenheidsworst, aldus de Veerman-agenda. Mee eens?
“Ja. Er zijn nu teveel universiteiten die dezelfde studie aanbieden. Het gaat bij sommige studies om dertig tot veertig studenten. Dat is natuurlijk niet nodig. Je moet samenwerken of kiezen. De ene universiteit wel, de andere niet. Dat heeft veel impact, dat besef ik. Maar het zijn wel slagen die noodzakelijk zijn om te maken. Ik ben ervan overtuigd dat universiteiten meer moeten samenwerken met elkaar. Deel je kennis en je faciliteiten. Dat betekent trouwens niet dat ik wil fuseren. Maar je kunt als groepen meer met elkaar optrekken, ook internationaal. Ik ga binnenkort naar de London School of Economics, misschien kunnen we daarmee samenwerken. Ook binnen Brabant liggen via Brainport en Midpoint veel kansen. Je moet niet zeggen, in Tilburg dit en in Eindhoven dat. Je kunt samen optrekken en je tegelijkertijd onderscheiden ”

De onderwijswereld verandert snel, steeds meer universiteiten bieden online colleges aan. Gaat Tilburg daarin mee?
“We moeten op onderwijsgebied echt een slag maken in kwaliteit en intensiteit, maar ook in de vorm van onderwijs. Er zal in de verre toekomst, dan heb ik het over twintig tot dertig jaar, veel veranderen. Moet je in Nederland überhaupt nog wiskunde geven als je alle colleges via MIT kunt volgen? Universiteiten zijn dan meer een facilitator voor goed onderwijs, dan dat ze een fysiek gebeuren vormen. Dat zal een wezenlijke impact hebben op het hoger onderwijs..”

Hoe kan Tilburg zich internationaal sterker profileren?
“De HEMA is een voorbeeld van een profiel dat goed werkt op de buitenlandse markt. Als je zo’n helder profiel hebt, dan weten mensen je te vinden. Het bedrijf is heel erg bij de tijd. Zo’n helder internationaal profiel heb ik ook voor ogen. We streven ernaar om de beste studenten, docenten en onderzoekers aan de UvT te binden. Alles staat of valt met het talent.”

In uw nieuwjaarsspeech zegt u het volgende. Wat zouden onze regio, ons land, ons continent en onze wereld missen als Tilburg University niet zou bestaan? Geeft u zelf eens antwoord?
“Tja, het antwoord willen we de komende maanden formuleren. Maar wat de wereld in ieder geval mist? Je hebt natuurlijk een belangrijke opleidingsfunctie in de regio. 14000 studenten moeten elders hun heil zoeken als de UvT er niet zou zijn. Tevens zou de wereld bijvoorbeeld al onze expertise op het gebied van economie, recht, marketing en IT missen.”

Een groot deel van het decanenteam is nieuw, u bent nieuw en er is een verse algemeen directeur. Hoe lastig is het om een strategisch plan te moeten schrijven als bijna iedereen nieuw is?
“We doen het natuurlijk niet alleen, maar maken gebruik van alle kennis die er is. Daarnaast is het juist prettig om met een zekere frisheid naar het beleid te kijken en van daaruit keuzes te maken. Dat kun je juist makkelijker doen als je nieuw bent en in je eerste fase zit, dan wanneer je er al jaren zit en onderdeel bent van het proces. Dan heb je dingen al in een bepaalde richting gezet en al keuzes gemaakt. Ik heb ook het momentum mee. Er is bij alle werknemers eensgezindheid over het feit dat we iets moeten gaan doen. En er moet qua tijdspad een nieuw strategisch plan komen. Ik had ook halverwege kunnen komen in een lopende beleidscyclus of bij een instelling waar mensen niet blij zijn met de veranderingen.”

Morgen werkt u hier exact honderd dagen. Hoe is het bevallen en wat is uw eerste indruk van de UvT?
“Het was boeiend, maar wel druk. Er zijn twee staatshoofden op bezoek gekomen, we hadden de afronding van de zaak Stapel en daar kwam voor mij het inwerken en inlezen in dossiers nog bij. Het gaat om een brede portefeuille; van personeelsbeleid tot IT en tot het ministerie. Ik heb intern en extern ontzettend veel mensen leren kennen. Onderwijsbeleid en de sector onderwijs zijn me niet vreemd. Toen ik de mediawereld betrad (KRO), was de stap inhoudelijk groter. Dat valt nu mee. Maar voordat je iedereen kent en voor een tweede keer tegenkomt, ben je een paar maanden verder. De medewerkers die ik spreek willen graag stappen zetten voor wat betreft de ontwikkeling van de universiteit. Ik ben positief verrast door de sfeer, maar er ligt wel een hoop werk.”