Opinie: sluwe minimalisten

Niet hoorcolleges zijn het probleem, maar het institutionele systeem van de Nederlandse universiteiten dat luie studenten in de kaart speelt. Dat schrijft student Rens Raemakers. ‘Ken voortaan studiepunten toe op basis van het behaalde resultaat.’

Met genoegen constateer ik dat het debat over het nut van hoorcolleges inmiddels ook bij de Volkskrant gevoerd wordt. Toch wil ik graag nog een fundamenteler punt aan de discussie toevoegen, gebaseerd op mijn alledaagse observaties op de universiteit.

Daarbij onderscheid ik, ideaaltypisch, vier soorten studenten: de nerds, de plichtsgetrouwen, de minimalisten en de falers. De nerds zijn ambitieuze en intelligente studenten, die aan de docent kritische vragen over de literatuur stellen. Nerds zijn meestal sterk ondervertegenwoordigd, al heb ik het idee dat ze zich vaak minder manifesteren omdat hun ‘bijdehante opmerkingen’ niet gewaardeerd worden. De plichtsgetrouwen doen altijd braaf hun best, maar zijn nou eenmaal geen genies. Met hard werken en een serieuze houding halen ze uiteindelijk wel hun vakken. De falers horen eigenlijk niet op de Universiteit thuis. Bij de meeste studies haken ze in het eerste jaar af, simpelweg omdat de lat voor hen te hoog ligt.

Een 5,5
Eigenlijk veroorzaken deze drie groepen geen problemen; het probleem zit hem in de grote groep van minimalisten. De minimalisten zijn behoorlijk tot uiterst intelligent; vaak zijn ze zelfs zó intelligent, dat ze snel verveeld raken. Ze hebben niets met de schoolse colleges en al helemaal niet met het lezen van academisch lectuur. Ze ergeren zich kapot aan verplichte groepsopdrachten en het schrijven van papers. Sluw als ze zijn minimaliseren ze hun inspanningen; ze doen alleen datgene wat strikt noodzakelijk is. Een 5.5 is tenslotte al een voldoende. En als je met vier man een groepswerk moet maken, dan haal je gewoon twee kantjes van Wikipedia en laat je de rest toch lekker het inhoudelijke werk doen.

Op zichzelf is zulk gedrag niet erg raar; het is zelfs heel menselijk. Zeer kwalijk is echter dat het institutionele systeem van de Nederlandse universiteiten de minimalisten in de kaart speelt. Voor een vak kun je studiepunten behalen als je het vak wel óf niet gehaald hebt; er is geen middenweg. Als je het vak met een voldoende haalt krijg je het aantal studiepunten dat er voor staat, ongeacht of dat een 5.5 of een 9.5 is. In deze zesjescultuur zijn hoge punten dus alleen nog aantrekkelijk voor de intrinsiek gemotiveerde studenten.

Zonder inspanningen
Ook groepsopdrachten zijn gunstig voor de minimalisten; veelal moet men immers met 4 of 5 personen gezamenlijk één paper schrijven. Hoewel docenten altijd zeggen dat er individuele beoordeeld kan worden ‘als daar aanleiding toe is’, blijkt uit mijn ervaring dat dit in de werkelijkheid nauwelijks gebeurt. De minimalisten kunnen dus meeliften op andermans succes, zonder dat ze daarvoor zelf veel inspanningen hoeven te verrichten.

Tenslotte zijn de minimalisten in het voordeel bij de colleges, en daarbij is hun oververtegenwoordiging een machtsfactor. Er wordt bij colleges van studenten verwacht dat ze de literatuur vooraf lezen, maar omdat de overgrote groep (van minimalisten) dit toch niet doet en de docent dit al snel doorkrijgt, vervalt het hoorcollege vaak in ‘napraatsessie’ over het boek. Interventie daarin door de nerds is ongewenst, want de minimalisten zijn alleen bezig om een voldoende te halen.

Colleges missen de diepgang en discussie die docenten zo graag willen leveren. En nog erger: nerds en plichtsgetrouwen zien óók af van het vooraf bestuderen van de stof, omdat de napraatsessie van de docent hen anders te langdradig wordt.

Versoepelde puntentelling
Universiteiten hebben deze problemen jaren geleden ook geconstateerd en hebben maatregelen genomen. Echter, dit waren totaal verkeerde reflexen. Er zijn veel verplichte colleges ingevoerd, met als resultaat ongemotiveerde minimalisten die met hun geklets de rest van de aandacht houden. Er zijn strengere, bindende studienormen geïntroduceerd; daardoor hebben sommige opleidingen de puntentelling bij tentamens drastisch versoepeld, omdat er anders te weinig studenten overblijven. Immers, de hoeveelheid studenten bepaalt hoeveel geld de opleiding krijgt.

Daarom is het tijd voor echte, structurele oplossingen. Faciliteer de minimalisten niet langer met de huidige structuur, maar dwing ze om te kiezen. Óf ze worden plichtsgetrouw, óf ze falen en vertrekken. Ken voortaan studiepunten toe op basis van het behaalde resultaat. Of nog radicaler, schaf de tentamens helemaal af. Doe één of twee keer per jaar een kennistoets, en concentreer vooral op het echte academische werk.

Laat studenten maar onderzoeken doen en individueel papers schrijven. Organiseer alleen nog werk-en interactiecolleges en laat de  napraatsessies achterwege. Met andere woorden, vergroot het verschil tussen de universiteit en het HBO en laat de universiteiten weer doen waar zij voor bestaan: fundamenteel onderzoek om de theorie te toetsen en te verbeteren.

Wellicht zullen de universiteiten aanmerkelijk minder afgestudeerden afleveren. Maar is dat erg? In een land dat sowieso al overloopt van hoogopgeleide bureaucraten en managers, kunnen we beter wat minder academici hebben, die dan wél tenminste allemaal van topkwaliteit zijn. Een universitair diploma hoort een indicatie te zijn voor excellentie; in plaats van een garantie voor een bodemniveau.

Rens Raemakers is student Bestuurskunde aan de UvT. Deze opinie verscheen eerder op volkskrant.nl

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.