Ronald Dekker: Bestrijd stigma rond oudere werknemers
Capgemini kondigde vorige week aan dat ze de lonen van oudere werknemers structureel wilde verlagen. Kranten spraken over een generatieconflict en demotie, maar in feite gaat het hier om een werkgever die eenzijdig het impliciete contract opzegt, aldus Ronald Dekker in het Nederlands Dagblad.
Ronald Dekker, arbeidseconoom bij onderzoeksinstituut ReflecT, neemt het op voor de oudere werknemers. Univers stelde hem een aantal vragen over de achtergrond van de discussie rondom Capgemini.
Het systeem van het impliciete contract (dat bestaat uit een lager startsalaris dat op latere leeftijd pas sterk groeit) is niet meer houdbaar in deze tijd. Welk systeem zou daarvoor in de plaats moeten komen?
“Eigenlijk kun je het geen systeem noemen. Het impliciete contract is meer een gegroeide praktijk in Nederland en dan met name bij de wat grotere bedrijven. Het geldt maar voor een beperkt deel voor de beroepsbevolking. Wel zit het in de hoofden van mensen. Omdat het geen systeem is, kun je ook niet spreken van vervanging. Als je er vanaf wil dat ouderen veel verdienen is de logische uitruil dat jongeren meer gaan verdienen. Veel mensen pleiten voor een systeem waarin je naar productiviteit betaald krijgt. Dat klinkt heel eerlijk, maar is heel lastig. Je bent altijd onderdeel van een organisatie, daarom is het moeilijk om je individuele bijdrage te berekenen. Dat moet je niet willen proberen, maar je mag wel erkennen dat mensen beter worden in hun werk doordat ze het langer doen. Het huidige systeem met loonschalen en periodieke evaluatie is helemaal zo gek nog niet. Voor de meeste mensen geldt er ook een relatieve stijging. Een grote stijging komt vaak door promotie en dat moet je niet willen doorbreken.”
Bedrijven als Capgemini hebben deze situatie zelf gecreëerd. Zijn ze zich daar ook van bewust en gaan ze dingen veranderen?
“Ik ben daar niet optimistisch over. Bedrijven als Capgemini gaan niet strategisch met hun personeelsfactor om en daardoor komen ze in de problemen. In 2007, toen er veel vraag was naar hun diensten, hebben ze mensen binnengehaald door ze weg te lokken bij concurrerende bedrijven tegen hoge tarieven. Als gevolg hebben ze nu mensen in huis die relatief duur zijn. Mijn advies is om het in een krappe arbeidsmarkt wat rustiger aan te doen en niet zo hard te groeien. Probeer je jongere werknemers sneller op senior niveau te krijgen. Zo ga je langzamer, maar heb je ook minder problemen in periodes van economische recessie.“
Oudere werknemers vormen steeds meer een ‘probleem’ in de zin dat ze minder flexibel zijn en bij ontslag moeilijker aan een baan komen omdat ze te duur zouden zijn. Wat zou hiervoor een oplossing kunnen zijn?
“Allereerst: ouderen zijn niet per se minder flexibel en duurder! Dat is een stigma, er zijn veel misvattingen over oudere werknemers. Op dit moment gaat het helemaal niet slecht met de oudere werknemer in Nederland, richting de 70% is aan het werk. Het echte probleem is mensen die hun baan kwijtraken, die komen niet aan nieuw werk. We kunnen hopen dat de arbeidsmarkt aantrekt en er weer wat krapte ontstaat, maar vooral moeten we het stigma bestrijden. Er bestaan veel regelingen om werknemers te verleiden om ouderen aan te nemen, maar deze werken niet goed. Het is heel simpel: werkgevers zijn rechtlijnig. Bij een nieuwe vacature willen ze een blanke, jonge man die hoogopgeleid is en veel ervaring heeft. Pas als die er niet is, gaan ze verder kijken. Als je oud, vrouw of onervaren bent, heb je dus eigenlijk een probleem. Daar komt het stigma van te duur en onflexibel bij ouderen nog eens mij. Maar ouderen hebben ook voordelen: ze zijn betrouwbaarder en hebben korte leertijden. Die voordelen moeten we in het volle zonlicht zetten.”