Promovendus blijft werknemer
De promovendus zou geen werknemer meer mogen zijn maar een promotiestudent. Universiteiten willen dat, want het bespaart geld. Een studiebeurs is immers een stuk goedkoper dan een salaris. Dan hoeven de uni’s geen salaris en werkgeverslasten meer te betalen, maar alleen een studiebeurs. Vandaag haalde de Raad van State een dikke streep door deze plannen.
Het kabinet leek wel gevoelig voor het pleidooi van de universiteiten. Het wilde de ‘bursaal’ wettelijk mogelijk maken. Promovendi die geen onderwijs geven, zouden voortaan student mogen heten. De Raad van State is tegen de plannen van het kabinet met promoties op universiteiten. De goedkope promotiestudent kon wel eens een daling van het wetenschappelijke niveau tot gevolg hebben. Bovendien wordt het volgens de Raad minder aantrekkelijk om in Nederland te promoveren, want het is voor buitenlanders fijn om in Nederland te promoveren, juist dankzij de werknemerstatus. Ten slotte dreigt een tweedeling. “Instellingen die briljante studenten aan zich willen binden, zullen hen een plaats als werknemer-promovendus aanbieden en iets minder briljante studenten in het traject van promotiestudent plaatsen”, voorspelt de raad. “Ongewild zou er een onderscheid ontstaan tussen eersterangs en tweederangs promotietrajecten.”
Minister Jet Bussemaker gaat niet door met haar plan voor ‘promotiestudenten’ na kritiek van de Raad van State vanochtend. De universiteiten mogen voorlopig alleen experimenteren met promotiestudenten. Het is nog niet bekend wat voor experiment dat dan zou moeten zijn.
Lees meer bij Promovendus.org, een actiegroep die tegen de komst van de promotiestudent strijdt.
