Bussemaker: arme student niet harder getroffen

Studenten uit armere gezinnen worden met het wegvallen van de basisbeurs niet harder getroffen dan studenten met rijkere ouders. Dit verwacht onderwijsminister Jet Bussemaker.

“Studenten uit gezinnen met een lager inkomen hoeven niet méér te lenen dan studenten uit gezinnen met hogere inkomens”, schrijft Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer.

Studenten uit lagere inkomensgroepen en allochtone studenten lenen namelijk gemiddeld lagere bedragen en besteden meer tijd aan betaald werk dan studenten uit hogere inkomensgroepen en autochtone studenten, volgens de minister.

De minister schrijft ook dat studenten meer tijd aan hun studie zijn gaan besteden en wat minder tijd aan een bijbaan naast de studie. Studenten met een bijbaan besteedden in 2011 gemiddeld 37 uur aan de studie en bijna 12 uur aan een bijbaantje. Het percentage studenten met een bijbaan bleef hetzelfde, ongeveer 70 procent. Bussemaker schrijft in haar brief dat in plaats van te lenen studenten ook meer kunnen werken. Maar in het rapport van het onderzoeksbureau ResearchNed geven studenten die veel werken (meer dan 16 uur per week) aan dat hun studieresultaten hieronder leiden.

In haar brief belooft Bussemaker dat ze de effecten van de mogelijke invoering van het leenstelsel en van ander beleid goed in de gaten zal houden. Na de zomervakantie komt er een eerste vervolgrapport op basis van nieuwe DUO-gegevens en enquêteresultaten. Bussemaker wil vanaf 2014 een jaarlijkse monitor laten uitvoeren.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.