Recensie: Vrijdagavond in Kruikenstad
Het was de bedoeling om naar Oeteldonk (voor de Hollanders: ’s Hertogenbosch) te gaan. Maar omdat de NS bij het eerste sneeuwvlokje al overgaat tot het annuleren van treinen, werd er besloten om toch maar in ons aller Kruikenstad (weer voor de ‘saaie’ mensen: Tilburg) te blijven.
De avond begon thuis. Een verkleedpartij en een lading bier, Schrobbelèr en een vette hap waren in de mik gepropt. Bus of taxi? Toch maar weer eens de bus geprobeerd. Waar ik een week eerder voorbij werd gereden door de Veolia-buschauffeur, stopte de buschauffeur op vrijdagavond wel. Wat een geluk! Een bus die stopt voor je. Het moet niet veel gekker worden hoor. Goed zo, brave Veolia.
Na een busrit met verklede passagiers stapten we uit op de Heuvel. Eerste halte: de pinautomaten. Mijn gemiddelde stapavond is gevuld met twee ingrediënten. Dat zou vrijdagavond niet anders zijn; ik sta bij de bar en ik praat met meisjes die een drankje bestellen en met mijn maat en zusje die er altijd bij zijn, afzonderlijk of samen. Het was een uur of acht en het was al gezapig druk in de Extase. De tien centjes minder voor een Extase-munt was reden genoeg om er wat langer te blijven.
Bij de bar was het op dat moment nog niet zo druk. De gesprekken met de barmeisjes waren goed te onderhouden. Een uurtje later werd het tijd voor een nieuwe lading Extase-muntjes. De rij voor nieuwe munten stond echter tot bij de ingang, dat ging ‘m niet worden. Dan maar een drankje met de dure Kruikenmunt. De reden om langer te blijven was verdwenen, dus wij vertrokken richting Korte Heuvel.
Op de weg naar Korte Heuvel zagen we op de Heuvel een feesttent staan. Best gezellig, goed bier en ruimte om te bewegen. Maar best koud, dus we waren er snel weg. Tip: bestel bij de hamburgerkraam op de Heuvel twee hamburgers en geef vijf euro. Die mannen die daar staan, vragen zomaar een prijs voor een hamburger, omdat er geen bordje hangt met prijzen (2,50 euro als je er meer bestelt, 4 euro als je er eentje besteld, kuch oplichters kuch). De Korte Heuvel bestond uit een soort straatcarnaval met lange rijen voor alle populaire cafés. Ergens naar binnen gaan betekende dat je minimaal een kleine drie kwartier stond te wachten. Het voordeel van de buitenbarretjes werd snel duidelijk: een pilsje of twee ging prima op tijdens het lange wachten.
Eenmaal binnen bij de Polly (tja daar ga ik nou eenmaal vaker heen) was de hoeveelheid mensen niet beter te typeren als sardientjes in blik. Propvol, geen ruimte om te bewegen en rijen voor de heren- en damestoiletten. Snel weg hier als m’n zusje naar de wc was geweest. Een half uur wachten bij de bar, geen leuke meisjes om mee te praten en vervelende dronken gasten later, toch maar eens kijken waar ze was. Nergens te bekennen. De Polly had ik inmiddels een keer of drie gehad, mijn maat was naar huis (mietje), en m’n neefje was ook al in een ander café. Misschien stond ze wel buiten te wachten op me? Het sms- en belverkeer was dusdanig ontregeld in de Tilburgse binnenstad dat het onmogelijk was om met elkaar te bellen. Ook dat is carnaval.
Op een gegeven moment, na een pilsje of vijf van de Weemoed-buitenbar, toch een berichtje: ze stond buiten voor de Clancy’s. Bij ‘Clancy’s University’ heb ik in 2007 mijn MBA gehaald, Masters of Beer Association. Mijn naam hangt daar aan de muur, ik sta op een lijst met mede levensgenieters/mensen die te veel drinken. De eigenaar herkende me ook met mijn carnavalskostuum aan en een pilsje halen duurde hier maar twee minuten. Geweldige tent. Alleen een beetje jammer dat de Guinness tijdens carnaval uit een plastic beker komt.
Na de Clancy’s werd het tijd om mijn voetbalmaten op te zoeken in café Tribunaal. Vorig jaar, toen we wel in Oeteldonk waren geweest, was Tribunaal na de treinreis terug de enige Tilburgse halte. Vorig jaar waren we iets gezelliger (lees: bezopen) en vonden we het daar best gezellig. Dat was met een iets nuchtere gemoedstoestand toch anders. Het was gezellig dat mijn voetbalmaten er waren, maar daar hield het ook echt mee op. Tijd om naar huis te gaan, maar eerst nog wat eten.
Wonderbaarlijk of niet, bij Samed’s had ik binnen vijf minuten mijn döner kebab. Toen ik mijn broodje op at voor de taxiplaats bij de Mac zag ik normale vrijdagavondtaferelen met verklede mensen: er waren weer opstootjes om en nabij Phillip, vier fietsagenten waren driftig in de weer om 1 jongetje in te sluiten. Ze kregen nog hulp van twee loopagenten, helden! Ik was trouwens verkleed als motoragent…