50 miljoen voor aanpak jeugdwerkloosheid
Het kabinet komt met verschillende maatregelen om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Het trekt daarvoor 50 miljoen euro uit. De helft gaat naar arbeidsmarktregio’s om jongeren aan de slag te helpen. Het geld kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld de Startersbeurs, een initiatief van UvT-hoogleraar Ton Wilthagen om starters op de arbeidsmarkt werkervaring op te laten doen.
Daarnaast gaat er 25 miljoen euro naar het programma ‘School Ex’ om jongeren langer door te laten leren in het MBO. Er komt voor de duur van twee jaar ook een ambassadeur voor de aanpak van jeugdwerkloosheid.
Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schrijven dit aan de Tweede Kamer. De jeugdwerkloosheid is opgelopen van 9,8 procent in 2011 naar 15 procent in januari 2013.
Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarktvraagstukken aan de UvT, laat weten blij te zijn dat het kabinet jeugdwerkloosheid nu serieus neemt. “Tot op heden hebben 16 gemeentes (o.a. Tilburg, Rotterdam, Dordrecht, Enschede en Zwolle) serieuze interesse in de Startersbeurs. Door de kabinetssubsidie kun je de beurs sneller uitrollen over verschillende gemeentes.”
In het verleden kende Nederland een Taskforce Jeugdwerkloosheid onder leiding van Hans de Boer. Die werd in 2007 opgeheven. Wilthagen is blij dat de aanpak van jeugdwerkloosheid via de aan te stellen Ambassadeur weer een gezicht krijgt. “Er is bij gemeentes en provincies vaak wel geld beschikbaar, maar er was niemand om het te coördineren. Ook is belangrijk dat eventuele projecten evidence-based zijn. In het verleden zijn er verschillende projecten opgezet, puur om een project te hebben, maar dat hielp niet. Gemeentes kregen geld van de Taskforce maar mochten zelf bepalen wat ze daarmee deden, ook tot frustratie van De Boer. Dat zou nu verbeterd moeten worden.”
De werkloosheid bij hoog opgeleiden is het laatste jaar enorm gestegen. Volgens de hoogleraar komt dat door bezuinigingen bij de overheid. “HBO’ers en WO’ers kwamen toch vaak bij de overheid of in de zorg terecht, maar door bezuinigingen op de AWBZ zijn er bijvoorbeeld minder psychologen nodig. Bij vorige crisissen werden hoog opgeleiden minder hard geraakt.”
