Nieuwe wet maakt herziening in strafzaken mogelijk

Gisteren stemde de Eerste kamer in met de Wet herziening ten nadele. Deze wet maakt het mogelijk om strafzaken waarbij vrijspraak de onherroepelijke einduitspraak is, te herzien bij nieuw belastend bewijs. Dit kan alleen bij misdrijven die opzettelijk de dood als gevolg hebben.

Deze herziening ten nadele kan alleen geïnitieerd worden door het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie. De wet treedt met terugwerkende kracht in werking. Dit betekent dat verdachten die voor de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel zijn vrijgesproken voor moord, alsnog vervolgd kunnen worden.

Het wetsvoorstel is op zijn minst verrassend te noemen, aangezien in het Nederlandse strafrecht het ne bis in idem beginsel geldt. Letterlijk vertaald betekent het ‘niet twee keer voor hetzelfde’. Door dit beginsel mogen verdachten die terecht hebben gestaan voor een bepaalde misdaad, niet nogmaals voor diezelfde misdaad vervolgd worden als er een onherroepelijke uitspraak door de strafrechter is gedaan. De Wet herziening ten nadele druist dus eigenlijk tegen dit principe in. Senator Engels van D66 uitte hieromtrent zijn bezwaren tijdens het debat over de wet en zei dat wat hem betreft ‘de grens van het uithollen van rechtsbeginselen is bereikt’.

Het wetsvoorstel is aangenomen met een magere meerderheid: 36 senatoren stemden voor en 35 tegen.