Proefschrift over gezag burgemeesters
Burgemeesters en wethouders kunnen gezag herwinnen voor controversiële beslissingen door daar actief verantwoording over af te leggen, zelfs als ze burgers niet betrekken in de besluitvorming. Dat stelt bestuurskundige Niels Karsten in het proefschrift dat hij morgen verdedigt aan de UvT.
Karsten onderzocht waarom sommige bestuurders er beter dan andere in slagen om raadsleden en omwonenden te overtuigen van de juistheid van beslissingen die maatschappelijke weerstand oproepen.
Ondanks dat er een roep om burgerparticipatie klinkt, kiezen bestuurders er soms voor om directief op te treden en controversiële beslissingen te nemen zonder daarbij burgers te betrekken. Ze kiezen bijvoorbeeld een locatie voor een opvangvoorziening voor dak- en thuislozen zonder buurtbewoners daarbij te betrekken, omdat ze niet verwachten dat bewoners voor een locatie in hun eigen wijk zullen kiezen.
In zijn proefschrift analyseert Niels Karsten de effectiviteit van verschillende verantwoordingsstrategieën van burgemeesters en wethouders rond de locatiekeuze voor opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen in Rotterdam, Den Haag, ‘s-Hertogenbosch, Antwerpen en Gent. Het onderzoek laat zien waarom het belangrijk is dat bestuurders hun beslissingen inhoudelijk uitleggen aan bewoners en raadsleden en deze ook rechtvaardigen. Directe, informele en proactieve verantwoording blijken over het algemeen effectiever te zijn voor het herwinnen van gezag dan andere vormen van verantwoording. Dat betekent onder meer dat bestuurders burgers moeten opzoeken om hun beslissing uit te leggen, dat ze hun argumenten ook in de wandelgangen en zelfs binnen hun eigen politieke partij moeten uitdragen. En dat ze niet pas moeten reageren op kritiek als die wordt geuit, maar zelf het initiatief moeten nemen om die kritiek te ondervangen.
Karsten roept bestuurders in zijn proefschrift op om omwonenden niet weg te zetten als NIMBY’s (Not In My BackYard) en zich niet te verschuilen achter het principe van collegialiteit in het college van burgemeesters en wethouders, maar juist de politieke verantwoordelijkheid voor beslissingen te nemen en die proactief uit te leggen. Ze kunnen dan op meer begrip van bewoners en raadsleden rekenen.