Jonge moslims willen in Nederland begraven worden
Jonge Nederlanders van Turkse en Marokkaanse afkomst willen liever in Nederland worden begraven. Door de vraag is er een groeiende behoefte aan islamitische begraaffaciliteiten voor soennitische moslims. Die zijn er op dit moment onvoldoende. Dit concludeert Forra de Jong in haar masterthesis die ze schreef in opdracht van de Werkgroep Islamitische Begraafplaatsen (ISBP).
Uit het onderzoek van De Jong blijkt dat 22 procent van de geïnterviewden in West-Brabant toch liever in Nederland begraven wil worden. Zij voelen zich thuis in Nederland en stellen dat het voor de nabestaanden een praktischer oplossing is dan repatriëring. De meeste ondervraagden denken dat de behoefte voor begrafenissen in Nederland dan ook zal toenemen. Voorwaarde voor de groep moslims is dat de begrafenis volgens islamitisch gebruik geschiedt. Sinds 1991 is er bij wet bepaald dat er aan bepaalde voorschriften voldaan mag worden.
Hoewel de mogelijkheden tot islamitisch begraven dus aanwezig zijn, zijn maar weinig moslims ervan op de hoogte en denkt een meerderheid van 80 procent dat aan de religieuze voorwaarden niet voldaan kan worden in Nederland. Dit klopt niet.
Voor een islamitische begrafenis is een aantal voorschriften van belang: de begrafenis dient plaats te vinden binnen 36 uur na overlijden; het lichaam moet in een lijkwade worden begraven in plaats van een kist en op de rechterzijde gelegd te worden met het gezicht naar Mekka en de grafrust moet ‘eeuwig’ zijn.