Slachtoffers mensenhandel over het hoofd gezien
Slachtoffers van mensenhandel worden eerst ondervraagd door de politie voordat ze een hulpverleningstraject in gaan. Als dat omgedraaid wordt zal dat ertoe bijdragen dat er meer daders worden opgespoord, omdat veel slachtoffers nu geen informatie durven te geven. Dat staat in een rapport over mensenhandel geschreven door Intervict, het instituut voor victimologie van de UvT.
In het rapport staat dat de huidige aanpak van mensenhandel in Nederland niet spoort met het verwerkingsproces van ontsnapte slachtoffers. De onderzoekers stellen dat de ondervraging door politie later zou moeten plaatsvinden. Veel slachtoffers wantrouwen politie en justitie juist, zijn getraumatiseerd of worden bedreigd met represailles, wat hen belemmert hun (hele) verhaal vertellen.
De vaststelling of iemand slachtoffer is, zou dan ook niet door de politie moeten gebeuren, maar door teams van deskundige hulpverleners, tolken en rechercheurs die in eerste instantie gericht zijn op crisisopvang en hulpverlening, aldus de onderzoekers. Wanneer medewerking met de politie berust op een in vrijheid gemaakte keuze, zullen slachtoffers naar verwachting meer informatie geven.
Het rapport heeft de titel: Mensenhandel: het slachtofferperspectief. Een verkennende studie naar behoeften en belangen van slachtoffers mensenhandel in Nederland.