Research Based Learning: onderzoek vanaf eerste dag
Studenten aan de UvT doen tijdens hun opleiding te weinig met onderzoek. Zo weten bachelorstudenten soms niet dat hun docenten ook bij wetenschapsprojecten betrokken zijn. Onderzoek moet belangrijker worden in het onderwijs, vonden ze bij de opleiding Bedrijfseconomie. Studenten die deze studie doen, moeten voortaan in het eerste jaar van de bachelor al wetenschappelijke artikelen lezen. Ook is het aantal contacturen opgeschroefd.
Tilburg University overweegt het concept Research Based Learning (RBL) universiteitsbreed uit te rollen. Volgend jaar gaan sowieso meer economische opleidingen ermee aan de slag.
Eric Dooms, opleidingsdirecteur Bedrijfseconomie, legt uit hoe het project ontstaan is: “De visitatiecommissie had geconstateerd dat veel bachelorstudenten niet wisten dat we bij de universiteit ook aan onderzoek deden. Daarnaast bleek uit de visitatie dat we bij activering van studenten en contacturen niet bovenaan eindigden. Twee jaar geleden zijn we daarom gestart met RBL.”
Jaarlijks starten bij Bedrijfseconomie ongeveer vijfhonderd studenten met hun opleiding. Door die massale instroom moesten studenten het vooral doen met hoorcolleges. Dooms schetst het beeld. “Een hoorcollege, tentamen doen en door naar het volgende vak. Niet te veel opdrachten eromheen, want dat was lastig met zoveel studenten. We hebben dat nu compleet veranderd. Met werkcolleges in kleine groepen van 40 studenten proberen we hen te activeren.”
Research Based Learning bestaat uit vijf onderdelen, legt Yvonne de Vries, Managing Director RBL bij TiSEM uit. “Bij RBL gaat het niet alleen om integratie van onderzoek en onderwijs, al is dat wel heel belangrijk. Het gaat ook om onderwijsinnovatie, activering van studenten, een link met het bedrijfsleven en het afstemmen van vakken op elkaar.’
De studenten Bedrijfseconomie wisten soms niet dat hun docent ook bij allerlei onderzoeksprojecten betrokken was. Die projecten worden daarom naar de student toegebracht, aldus Dooms. “Bij een aantal cursussen doen studenten nu als proefpersoon mee aan de experimenten van hun docent. In het college krijgen ze terugkoppeling: wat was het idee achter het experiment, welke onderzoeksvragen lagen eraan ten grondslag en wat kunnen we nu concluderen? Studenten komen nu op de eerste dag van hun bachelor in aanraking met onderzoek.” De Vries: “Het is niet zo dat we voorheen nooit wat deden met onderzoek, maar het is nu wel explicieter en zichtbaarder gemaakt aan de student.”
Dooms: “Vroeger kregen studenten pas in het tweede jaar het eerste wetenschappelijke artikel voor hun kiezen. Nu doen we dat in het eerste semester van hun startjaar. Ze krijgen een artikel voorgeschoteld en moeten daar zelf een mening over vormen en een opinie of beleidsstuk over schrijven. Ze moeten dus leren lezen, begrijpen, samenvatten. We helpen ze daar wel mee. Zo selecteren we artikelen die hen aanspreken en krijgen de studenten een vragenlijst mee om op gestructureerde wijze een wetenschappelijk artikel te leren doorgronden. Wat is de hoofdvraag, welke onderzoeksmethode wordt gebruikt? Het is een checklist om hen te helpen. Soms moeten ze in teamverband een artikel lezen en een presentatie geven. Het is overigens ook geen onderzoeksbachelor geworden. Het gaat om een paar papers per jaar, zodat ze kunnen wennen aan de wetenschap. We houden er wel rekening mee dat het eerstejaars zijn. Zo gaan we nog niet al te diep in op de verschillende statistische methodes en technieken die er zijn om de data te analyseren. Dat krijgen ze pas in het vervolg van de opleiding. Er komen in het eerste jaar ook meer wetenschappers een gastcollege geven. Dat deden we voorheen nooit, we hadden alleen gastsprekers uit het bedrijfsleven. Door RBL zou de kloof naar de master minder groot moeten zijn.”
Onderwijsinnovatie
De student van 2013 is een andere student dan die uit de vorige eeuw. Ze twitteren, bloggen, facebooken en appen zich suf. De economische faculteit wil aansluiten bij de belevingswereld van de moderne student door onderwijsinnovatie. De Vries: “We proberen door inzet van ICT het onderwijs gevarieerder te maken. We hebben weblectures, webtests, we gebruiken stemkastjes in het onderwijs. Bij sommige colleges moeten studenten online opgaven maken, die voor een klein deel meetellen in het eindcijfer. Het is wel een lastige zoektocht. Wat is nu precies de leefwereld van die nieuwe student?”
Activering
Ook willen de bedrijfseconomen de student stimuleren meer te studeren. Het is niet langer voldoende om de hoorcolleges te bezoeken en de boeken net voor het tentamen te lezen. Studenten krijgen verschillende opdrachten. Ze moeten in groepjes werken en zelf onderzoek doen. Bij ieder vak krijgen de studenten tussentoetsen.
Het aantal contacturen steeg bij Bedrijfseconomie van 12 naar 20 per week. Maar de colleges worden niet altijd beter bezocht. Dooms: “Door verhoging van de contacturen hebben studenten nog meer keuzes. Ze oefenen soms thuis via de online testen. Ze hebben dan geen behoefte meer aan een werkcollege, tenzij ze de stof niet begrijpen. De opkomst daalt soms door de concurrentie van verschillende onderwijsvormen. Maar RBL is niet de enige oorzaak van de daling. Dat kan te maken hebben met het tijdstip waarop het college geroosterd is, de persoon van de docent, andere activiteiten van de student op hetzelfde tijdstip. Het is lastig om greep te krijgen op die redenen.”
Niet alle studenten die met de opleiding beginnen, zitten op het wetenschappelijk accent te wachten. Er is een groter verschil in de prestaties van studenten dan vroeger. Er is een groep die alle vakken haalt en een groep die bijna niets haalt. De middengroep is minder groot. Dooms: “Je krijgt in een eerder stadium onderscheid tussen studenten die merken dat onderzoek niets voor hen is. Voorheen kwamen studenten daar pas bij hun scriptie achter. We willen de studenten niet wegjagen, maar je kunt maar beter in een vroeg stadium weten waar je aan toe bent. Studenten moeten beseffen dat dit een universiteit is en dat we academische eisen stellen. Het is echter niet zo dat de opleiding alleen interessant is als je promotieonderzoek wilt gaan doen. We weten dat de meeste studenten het bedrijfsleven ingaan. Daar proberen we op in te gaan via de link met de praktijk.”
Bedrijfsleven
De Vries haakt daarop in. “Wat betekenen alle theorieën en modellen als je later als manager in het bedrijfsleven gaat werken. Je zult dan besluiten moeten nemen, waarbij je academische kennis van pas komt. We werken nu meer met cases en praktijkvoorbeelden, bijvoorbeeld een docent die in het college terug komt op het tv-journaal van de vorige dag en een verbinding met de theorie maakt.”
Dooms: “Traditioneel scoren we in Tilburg niet heel goed op criteria die met beroepsoriëntatie te maken hebben. Dat moet gewoon beter en zichtbaarder. Het is niet zo dat we voorheen geen enkele link met de praktijk legden, maar het is wel iets waar we meer aandacht aan moeten besteden en wat breder gedragen moet worden.”
Afstemming
Studenten Bedrijfseconomie krijgen in het eerste jaar verschillende vakken, waaronder micro- en macro-economie, accounting, financiering en marketing. Die vakken waren in het verleden vaak niet op elkaar afgestemd, docenten hadden geen overleg. Met RBL moet een einde komen aan het hokjesdenken. De Vries: “De docent statistiek moet bijvoorbeeld nadenken over wat de studenten bij marketing leren. Misschien kunnen de docenten van beide vakken wel samen een opdracht bedenken. We zoeken verbindingen tussen de verschillende vakken. Ook qua onderwijsinnovatie willen we afstemming. Het is niet de bedoeling dat bij ieder college stemkastjes worden ingezet of dat studenten bij ieder vak weblectures en webtests krijgen.”
De economische faculteit werkt momenteel aan Research Based Learning 2.0. Het concept moet worden uitgerold naar de andere opleidingen. De Vries: “Sommige opleidingen hebben al in kaart gebracht hoe ze ervoor staan bij de vijf onderdelen en er is onderzocht wat de witte vlekken zijn. Bij sommige opleidingen zijn er sessies geweest waarbij de docenten discussieerden over het concept.”
Dooms: “Soms merk je dat iets niet werkt. We moeten de balans zoeken. Zo waren er vorig jaar teveel gastcolleges van wetenschappers, in een ander semester waren er teveel teamopdrachten. Het is een proces in beweging. Het is ook geen concept met strak stramien wat we van boven opleggen. Het is een manier van denken, een filosofie die voor de individuele docent voldoende ruimte laat om zijn ei kwijt te kunnen.”