Veertig jaar zwoegen voor je pensioen
Het kabinet moet zwaar aan de bak vandaag in de Eerste Kamer, en als het kabinet hun zin krijgt…wij ook. Er wordt gestreden over de pensioenplannen die op termijn maar liefst 3 miljard moeten gaan opleveren. De vraag is maar of de oppositie overtuigd kan worden, want de plannen brengen heel wat met zich mee, vooral voor jongeren.
Het is makkelijk denken wanneer het op het pensioen aankomt, zo lijkt het wanneer je kijkt naar de plannen. De regering vindt dat iedereen best veertig jaar kan werken om een pensioen op te bouwen van 70% van het gemiddeld loon. Nederlanders leven immers steeds langer, en dan kunnen ze natuurlijk ook langer werken. En als de pensioenleeftijd stijgt, dan stijgt ook het aantal jaren dat je kunt sparen.
Elk jaar bouw je pensioen op, om uiteindelijk (hopelijk) uit te komen op die 70%. Dit bedrag dat je jaarlijks kunt opbouwen wordt uitgedrukt in het opbouwpercentage. En het is dit percentage dat ze willen verlagen van 2.15% naar 1.75% (1/40e van 70). Je spaart dan dus minder per jaar, omdat je toch langer moet blijven werken, leuk.
Pensioensparen is makkelijk, omdat de overheid er geen belasting over heft. De fiscus komt pas aankloppen wanneer het pensioen daadwerkelijk wordt uitgekeerd (en dan nog tegen een lager tarief). Zo beredeneert kost pensioensparen de overheid dus geld en lopen ze inkomsten mis. Het lagere opbouwpercentage verzacht dit verlies een beetje doordat de opbouw over een groter aantal jaren kan worden berekend. Hierdoor zou de pensioenpremie weer omlaag kunnen, waardoor het brutoloon hoger wordt. En een hoger brutoloon, jawel, betekent meer inkomsten voor de staat (en uiteindelijk ook voor de loonslaven zelf, die zo de economie weer kunnen aanzwengelen). Dat is tenminste het idee.
Er is echter geen enkele garantie dat pensioenfondsen ook daadwerkelijk hun premies zullen verlagen, want daar is ook weer veel om te doen. Uiteindelijk leidt dit tot veel gesteggel over het percentage en de garanties die vanuit pensioenfondsen moeten worden gegeven. Er is inmiddels door het kabinet al een ingewikkelde constructie gebouwd om het percentage te verhogen naar 1.85, maar hiervan worden de oppositiepartijen tot dusver niet erg vrolijk (zeker omdat deze maatregel ook weer een berg kosten met zich mee zal brengen).
Uiteindelijk komt het er, mocht dit plan doorgevoerd worden, op neer dat wij arme studentjes het zwaar gaan krijgen. Waar we eerst maar 32.5 jaar hoefden te sparen om op een leuk pensioentje uit te komen zullen we bij doorvoeren van dit nieuwe plan maar liefst 40 jaar moeten zwoegen. Auw.
Zo moet ik zelf aan de bak tot mijn 71e volgens berekenhet.nl. Laat dat nou toch net in strijd zijn met mijn plannen om vanaf mijn 60e op een strand in een warm land te gaan bakken. Even afwachten dus, wat de dag, en het debat ons gaat brengen.
Update 08-10-2013 – 13:57
Gelukkig voor ons staan de oppositiepartijen CDA, D66 en de ChristenUnie aan onze kant. Zij hebben zich tijdens het debat kritisch uitgelaten over de pensioenplannen. De verlaging van de pensioenopbouw, in ieder geval zoals hierboven beschreven, lijkt dus nog geen doorgang te (kunnen) vinden.
