Uraad: vraagtekens bij doelen universiteit
Monodisciplinair onderzoek blijft in de toekomst belangrijk op de UvT. Wel wil de universiteit multidisciplinair onderzoek stimuleren, omdat je alleen met breed onderzoek sommige problemen in de samenleving kan oplossen. De verhouding monodisciplinair-multidisciplinair is straks ongeveer 80-20. Dat bleek bij de vergadering van de commissie Onderwijs en Onderzoek van de Universiteitsraad.
In het strategisch plan is veel aandacht voor multidisciplinair onderzoek. Rector magnificus Philip Eijlander: “Uit deze aandacht kan onterecht geconcludeerd worden dat de verhouding multidisciplinair-monodisciplinair straks op 80-20 ligt. Het is eerder andersom. We willen breed onderzoek echter wel stimuleren, daarom komt dat in ons plan zo naar voren. Vragen vanuit de samenleving, bijvoorbeeld over vergrijzing, kun je niet altijd vanuit één discipline oplossen.”
De fracties hadden veel vragen over de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) die het CvB had opgesteld. Zo moeten hoogleraren voortaan 0,9 promoties per jaar afronden. Ook moeten alle faculteiten jaarlijks minstens twee kansrijke ERC-aanvragen indienen. Bij de KPI’s ligt de nadruk op kwantiteit, niet op kwaliteit, meent fractie Onafhankelijken.
Ook fractie Abvakabo had vraagtekens over de ERC-beurzen. Het zou kunnen leiden tot niet-subsidieerbare aanvragen, puur bedoeld om de targets te halen. Ook is de KPI van twee aanvragen per jaar voor sommige faculteiten misschien niet haalbaar, terwijl andere faculteiten mogelijk wel in staat zijn om meer dan twee aanvragen in te dienen.
Eijlander over de ERC-subsidies: “Ik heb er vertrouwen in dat het gaat lukken. Ik zie nu al dat er meer voorstellen worden ingediend. In het personeelsbeleid zou je eigenlijk al medewerkers moeten binnenhalen die kans maken op een ERC. Overigens is de ERC wel degelijk een kwalitatieve KPI en geen kwantitatieve. Het gaat om persoonsgebonden subsidies. Als je een ERC krijgt, zegt dat heel veel over de kwaliteit van je onderzoek. Veel meer dan bij een kaderprogramma.”
Fractie SAM had vragen bij de doelstelling dat hoogleraren voortaan 0,9 promoties moeten afronden. De fractie vreest dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de begeleiding. Ook zou het aan de hoge kant zijn omdat er nu ook hoogleraren zijn die geen promovendi begeleiden.
Eijlander: “Het streefgetal van 0,9 is in overleg met de faculteiten opgesteld. De kwaliteit van de begeleiding en van het onderzoek blijft voorop staan.”
Onderwijs
In het concept strategisch plan staat tevens dat de universiteit wil dat studenten de competenties teamgeest, overtuigingskracht, presentatievaardigheden, netwerkvaardigheid en flexibiliteit verder ontwikkelen. Hiervoor wordt één loket voor Career Services ontwikkeld. Voorbeelden van diensten van dit loket zijn: werk- en stagebemiddeling, vaardigheidstrainingen en loopbaanadvies. Dit plan leidde tot vragen van beide studentenfracties.
Fractie SAM: “Er zijn al verschillende verenigingen die zich hiermee bezighouden. Hoe denkt het CvB over samenwerking tussen de studentenorganisaties en Career Services. Dit loket mag niet in het vaarwater van de studieverenigingen komen.”
Beide studentenfracties missen sowieso aandacht voor de rol van de studenten- en studieverenigingen in het strategisch plan en vragen het CvB om dit alsnog op te nemen. Ook heeft fractie Front vragen bij het onderwijsprogramma. “Waarom zet de universiteit niet meer in op videocolleges? De universiteit zou als doelstelling moeten hebben dat elk college wordt opgenomen.”
Fractie Abvakabo mist een duidelijke visie op internationalisering. Zo staat in het stuk dat de universiteit het keurmerk internationalisering wil. “Het is echter zelfs IBA (International Business Administration, red.), de meest internationale opleiding van de universiteit, niet gelukt om dit keurmerk in de wacht te slepen. Zo’n keurmerk is een heel nobel streven, maar een hell of a job. Hoe gaan we dit waarmaken?”
Reactie CvB
In een reactie op de kritiek stelt het CvB dat ze wel een visie op internationalisering heeft. Eijlander: “We willen een internationale universiteit zijn. Daar hoort onder andere meer tweetaligheid bij. We willen bijvoorbeeld dat de medezeggenschap ook open staat voor de internationale gemeenschap door beleidsstukken in het Engels aan te bieden. Het is echter onzin om hier in de medezeggenschap in het Engels te gaan vergaderen, terwijl er allemaal Nederlands sprekende mensen aan tafel zitten.”
In een reactie op de bezorgdheid van de studentenfracties over het nieuwe loket van Career Services zegt het CvB dat er behoefte is aan een professionaliseringsslag. “Niet alle activiteiten van de verenigingen zullen echter door Career Services worden overgenomen. We zoeken een balans tussen de activiteiten van de verenigingen en het nieuwe loket. We willen wel meer gaan doen op arbeidsmarktgebied, daar lopen we mee achter ten opzichte van andere universiteiten.”
Over de videocolleges zegt Eijlander: “Je kunt niet alles op video opnemen. De vraag is ook of dat functioneel is. Het actueel houden van de videocolleges zou onbetaalbaar zijn. Je moet het ieder jaar updaten.”