WRR-advies ‘Naar een lerende economie’

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bood gisteren haar rapport aan minister-president Rutte aan. Het rapport schetst hoe de raad denkt over de toekomst van de Nederlandse economie en welke rol onderwijs daar in speelt. “We doen het niet slecht, maar we staan stil”, zegt Peter van Lieshout projectleider van de WRR tegen de Volkskrant.

Onderwijs heeft een leidende rol in het opkrikken van de economie. Het rapport bevat daarom ook adviezen voor universiteiten. De strekking: de kwaliteit van universitair onderwijs moet omhoog. Onder andere door differentiatie: “Het onderwijsaanbod is teveel een mal waarin iedereen moet passen”, aldus Van Lieshout. Het probleem met universiteiten is verder de hoge uitval. Volgens Van Lieshout ‘verkwisting die geen enkel bedrijf zou tolereren’. Universiteiten moeten keuzes maken: differentiëren. Inzetten op zowel valorisatie, onderzoek als onderwijs is te veel, schrijft de WRR. “Universiteiten dienen hun onderwijstaak niet langer te schikken aan hun onderzoek.”

Ook middelbare scholen moeten een kwaliteitsslag maken, door meer academisch geschoolde docenten voor de klas te zetten. “Op het schoolplein zie je dat het gemiddelde opleidingsniveau van ouders hoger ligt dan van de leraren. Dat gaat tot problemen leiden,” zegt Van Lieshout in de Volkskrant van gisteren.

Innoveren met sturende rol voor de overheid
Nederland doet het – ondanks de crisis – economisch nog goed, schrijft de raad in haar rapport. Gevaar gloort echter achter de horizon: de Nederlandse concurrentiepositie is in het geding door opkomende ‘Aziatische Tijgers’. De oplossing is volgens de WRR: innoveren, waarbij de overheid een sterk sturende rol heeft. Deze sturende rol van de overheid verklaart volgens de raad de successen in Silicon Valley en de Aziatische landen.

Om concurrerend te blijven, moet het onderwijs het Nederlandse verdienvermogen vergroten. Een hoog verdienvermogen zorgt ervoor dat de economie in kan spelen op toekomstige economische kansen en bedreigingen: de economie moet flexibel zijn.

Het probleem daarbij is dat de rek er in Nederland uit is: Nederland vergrijst en dat betekent dat de beroepsbevolking vanaf 2020 krimpt. De productiviteit moet omhoog: er moet meer gebeuren met minder middelen. Lieshout: “Onderwijs is in Nederland lang een emancipatiemachine geweest. Daar zijn we extreem succesvol in geweest. Maar dat was het verhaal van de twintigste eeuw. Het verhaal van de eenentwintigste eeuw is dat onderwijs ook een onderdeel is van het economische proces. Die verbinding loopt nog steeds erg lastig.”

Kenniscirculatie
De raad adviseert de productiviteit te verhogen met ‘kenniscirculatie’: het beter gebruiken van bestaande kennis. De WRR wil dat de aandacht verschuift van kennisontwikkeling naar het ‘mobiliseren en toepassen van ideeën en technieken die te vinden zijn in andere bedrijven, sectoren of landen’.

Nederland moet ook een antwoord vinden op de ‘toenemende internationale verwevenheid’. Universiteiten (en andere onderzoeks- en onderwijsinstellingen) moeten daarom lokaal verankerd worden. De WRR stelt ook de inhoud van het onderwijs ter discussie: de discussie over de balans tussen praktisch en theoretisch onderwijs moet worden aangegaan.

De beoogde kenniscirculatie moet niet alleen bij universiteiten plaatsvinden, maar ook op de werkvloer: “Er is nu sprake van een al te strikte scheiding tussen een fase waarin mensen worden opgeleid en een werkend leven dat daarop volgt en waarin ze enkele decennia lang hun kennis toepassen”, zo leest het rapport. Dit ‘levenslang leren’ verhoogt het verdienvermogen van de Nederlandse economie.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.