Spaans benauwd
Het loopt tegen Sinterklaas en de sfeer bij ons in huis is nogal gespannen. Mijn vrouw reageert nogal snibbig op mij. Nog meer dan anders. Als zij al reageert. Niet omdat zij bang is dat de goede Sint dit jaar geen mooie cadeaus voor haar zou hebben. Ook niet omdat zij ermee zou zitten dat ik, gezien mijn dubbele voornaam, twee chocoladeletters krijg, en zij maar één. Niets van dit alles. De oorzaak van haar wrevel is een blog dat ik een tijdje geleden voor Univers heb geschreven. In dat blog neem ik een werkgroep van de Verenigde Naties op de korrel omdat die van mening is dat de figuur van Zwarte Piet een terugkeer naar de tijd van de slavernij zou symboliseren. Mijn vrouw blijkt het daar volledig mee eens te zijn. Zij vindt daarom dat Sinterklaas moet worden gehandhaafd, om redenen van cadeau-technische aard, maar dat Zwarte Piet de laan moet worden uitgestuurd. Van mij mag Zwarte Piet echter gewoon blijven, omdat deze trouwe dienaar in het geheel geen slaaf is. En bovendien moet de Spaanse goedheiligman anders zelf door de schoorsteen kruipen, hetgeen op zijn leeftijd, en in die ongemakkelijke kleding, een tijdrovende en risicovolle aangelegenheid is. Dat kun je een hoogbejaarde toch niet aandoen.
Mijn vrouw heeft mij nu voor de voeten geworpen dat ik, omdat ik de figuur van Zwarte Piet niet voor euthanasie in aanmerking wil laten komen, een racist zou zijn. Dat ging mij echt te ver. Natuurlijk heb ik een hekel aan zwarte mensen, maar ik heb ook een hekel aan bruine mensen, rode mensen, gele mensen, witte mensen, kleurloze mensen, kortom aan alle mensen. Discrimineren is mij vreemd. Om haar daarvan te overtuigen heb ik een krachtige anti-discriminatie-houding aangenomen en om te beginnen alle aanstootgevende raciale voedingswaar in de vuilcontainer gegooid. Weg met de negerzoenen, weg met de chocoprinsen, de jodenkoeken, de blanke vla en de Chinese tomatensoep (extra gevuld). Mijn vrouw kon dit gebaar, in het licht van de economische crisis en de steeds maar stijgende supermarktprijzen, niet waarderen. Maar zij werd pas echt boos toen zij merkte dat ik bij het draaien van de was – een taak die mij nu eenmaal is toebedacht – geen onderscheid had gemaakt tussen de witte was en de gekleurde was. Mede ten gevolge van de hoge temperatuur waarop de machine zijn werk had gedaan, was rood de overheersende kleur van veel kledingstukken geworden. Mijn opmerking dat dit toch haar lievelingskleur is, kwam het humeur van mijn vrouw niet ten goede.