Analyse: onderwijsbekostiging leidt tot perverse prikkels (deel 2)
Een crisis dreigt in het hoger onderwijs en de wetenschap. Er wordt gemord over gebrek aan kwaliteit en gepleit voor slow science. Univers belicht waar het mis ging. Vandaag: financiële prikkels en bedrijfsdenken.
Stakeholders, reputatiemanagement, marktaandeel en kostenefficiëntie. Het zijn woorden die in de boardroom van een multinational als Philips niet zouden misstaan. Ze werden echter het afgelopen jaar geuit bij faculteitsraden en universiteitsraad. De woorden kwamen niet alleen uit de mond van bestuurders in strakke streepjespakken. Nee, ook studenten en medewerkers gebruiken dit soort termen. Anno 2013 worden universiteiten gerund als multinational.
Als alles koek en ei was, zou dat niet eens zo’n probleem zijn. Intussen is echter een discussie losgebarsten over de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs en onderzoek. Er wordt gemord over publicatiedruk en de kwaliteit van de peer reviews, maar ook over onbekwame docenten en slecht onderwijs. Wat is er toch mis met het Nederlandse hoger onderwijs? Door bedrijfsdenken lijkt de kwaliteit in het geding te komen.
Twee voorbeelden uit onze hoofdstad. Dit voorjaar moest Lex Bouter, rector van de Vrije Universiteit Amsterdam opstappen, na een vertrouwensbreuk. De onderwijsvisie van de VU was ‘onvoldoende concreet’ en het beleid was ‘te lang gericht geweest op groei’, bleek uit onderzoek. Ook bij de andere Amsterdamse universiteit, de UvA, is het mis. Zo werd vorig jaar bekend dat docenten politicologie met een tijdelijk contract een deel van de scripties die zij begeleiden per stuk krijgen uitbetaald. Wanneer de scriptie niet wordt goedgekeurd, krijgen de docenten geen vergoeding. De docenten voelden zich daardoor gedwongen om slechte studenten toch een voldoende te geven. Een perversere financiële prikkel bestaat bijna niet.
Het is moreel misschien verwerpelijk, maar heel vreemd is het niet dat door de Amsterdamse bestuurders wordt gestuurd op groei en op het aantal afgestudeerden. De universiteiten worden door politiek Den Haag grotendeels afgerekend op kwantiteit, niet op kwaliteit. Van alleen het wettelijk collegegeld van 1835 euro per jaar kunnen universiteiten het personeel en de faciliteiten niet betalen. Per student krijgen ze geld van de overheid, met nog eens een bonus als een student is afgestudeerd. Hoeveel geld een universiteit per student krijgt, wisselt per jaar. Bovendien krijgen alfa/gamma-universiteiten minder dan technische universiteiten, die op hun beurt weer minder krijgen dan medische faculteiten.
3489 euro per Tilburgse student
Volgens de begroting van het Ministerie van Onderwijs bedroeg het onderwijsdeel 1.5 miljard euro in 2013. Dat geld is verdeeld op basis van ‘gewogen inschrijvingen en gewogen graden.’ Dit OCW-jargon vertaald in jip en janneketaal: hoe meer studenten een universiteit heeft, des te meer geld ze krijgt. En hoe meer studenten hun bul halen, des te harder rinkelt de kassa. Overigens moeten de studenten dan wel binnen nominaal plus één jaar afstuderen, anders wordt de afstudeerbonus niet uitgekeerd. In 2013 was er sprake van 197.552 gewogen inschrijvingen en 82.076 gewogen graden. Als je dat doorrekent komt het erop neer dat een ingeschreven student aan Tilburg University 3.489 euro waard was, een student in Eindhoven 5.233 euro en een student geneeskunde 10.467 euro. Bij afstuderen wordt dit bedrag nogmaals uitgekeerd. Overigens gaat het om een variabel bedrag en om een verdeelmodel. Het totale budget stijgt niet mee. Als universiteiten dus veel studenten hebben, daalt uiteindelijk het bedrag per student. Ook krijgen universiteiten het geld pas twee jaar na het meetmoment.
Reputatie
Het gaat op jaarbasis om miljoenen per universiteit. Puur uit rendementsdenken gedacht is het dus niet verwonderlijk dat de universiteitsbestuurders in Amsterdam willen stimuleren dat scripties worden goedgekeurd. Noch is het vreemd dat er –om de begroting te spekken- een wapenwedloop onder universiteiten aan de gang is om zoveel mogelijk studenten te lokken. De strijd om de student heeft flinke gevolgen voor het externe beleid. Zo deed Judith Thissen, universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht, drie jaar geleden onderzoek naar de pers-en publieksvoorlichting bij haar eigen universiteit. ‘Informatie of reputatie?, luidt de veelzeggende titel van haar artikel. Haar conclusie: de voorlichting is geprofessionaliseerd en er wordt steeds meer geld aan marketing besteed. Thissen legt in haar analyse twee beleidsnotities naast elkaar, die van 1987 en die van 2007. “De voorlichting probeert een consistent, aantrekkelijk en juist beeld van de RUU te geven, en blijft daarbij altijd eerlijk,” zo staat in de notitie van 1986. Twintig jaar later luidt de tekst: “De Universiteit Utrecht communiceert op verschillende manieren met haar omgeving. De gewenste resultante daarvan is een reputatie bij stakeholders die congruent is met wat de universiteit wil zijn.”
Een mooie volzin die allereerst niets zegt. Wat wil de Utrechtse universiteit dan in hemelsnaam zijn? Toch gewoon een plek voor goede wetenschap en goed onderwijs, mag je hopen. Belangrijker is dat de zinsnede kenmerkend is voor de problemen bij universiteiten. Reputatie is belangrijker dan eerlijkheid. Kwantiteit gaat voor kwaliteit.
Concept strategisch plan
Om op de Tilburgse situatie in te zoomen, ook hier spelen dit soort problemen. In het concept strategisch plan van TiU over 2014-2018 zijn een fors aantal kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s) opgenomen, die echter deels kwantitatief van aard zijn. Meer promovendi per hoogleraar, meer studenten. En hoewel de bestuurders er ook naar streven om meer goede docenten te krijgen (bko) en meer goede onderzoekers (erc), leest het strategisch plan toch vooral als een draaiboek om de begroting dicht te krijgen. Heel veel vernieuwende wow-ideen à la Steve Jobs staan er niet in. Kun je het de bestuurders kwalijk nemen dat ze zo handelen? Eigenlijk niet. Je kunt ze hooguit verwijten dat ze niet in opstand komen. Door de bekostiging vanuit Den Haag zijn universiteiten anno 2013 bedrijven. Of we dat nu willen of niet.
Bekostiging veranderen
Hoe het dan wel moet? De bekostiging zal moeten veranderen. Maar meten op basis van kwantiteit is nu eenmaal -zeker bij massaproductie- veel makkelijker dan meten op kwaliteit. Universiteiten afrekenen op het aantal studenten dat een jaar na afstuderen een goede baan in zijn of haar vakgebied heeft gevonden, is een van de veelgenoemde opties. Leuk bedacht, maar je laat dan wel erg veel van het lot over. Misschien wil die net afgestudeerde student liever een jaar rondreizen.
Beter zou het dan zijn om universiteiten af te rekenen op een combinatie van de scores bij de Nationale Studenten Enquête en de scores bij visitatierapporten. Natuurlijk kunnen een paar chagrijnige studenten of uberkritische inspecteurs het humeur van de financial controllers flink verpesten. Het is niet ideaal, maar wel veel eerlijker en stimulerender dan het huidige bekostigingssysteem.
Hoe dan ook, als universiteiten echt kunnen kiezen voor kwaliteit zullen ze ongetwijfeld kleiner worden. Er zijn nu teveel universitaire studenten. Schaalvergroting en kwaliteit gaan maar zelden samen. Tilburgse bestuurders en marketeers zien het met lede ogen aan als studenten uit de regio voor een studie in Nijmegen, Rotterdam of Maastricht kiezen. Docenten aan TiU geven echter toe dat ze het stiekem helemaal niet erg vinden. Des te kleiner de klas, des te meer aandacht ze aan individuele studenten kunnen geven.
Science in Transition
Vijf vooraanstaande wetenschappers luidden eerder dit jaar de noodklok en hebben zich verenigd in de actiegroep: Science in Transition. De prikkels in de wetenschap zijn net zo pervers als bij banken, zo stelde initiatiefnemer Frank Miedema, decaan van het UMC Utrecht in de Volkskrant. Miedema en Co organiseerden begin november een tweedaags congres over de problemen in wetenschap en onderwijs, de belangstelling was overweldigend. Ze kregen al positieve reacties van verschillende organisaties (VSNU, NWO, KNAW) uit en rondom het hoger onderwijs. Volgende maand wordt met medewerkers van de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken gepraat.
Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten
Ook wordt vanavond het Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten gelanceerd, een initiatief van vijfentwintig bezorgde wetenschappers van verschillende universiteiten waaronder de Tilburgse Harrie Verbon en Tamara Metze. In de wandelgangen van TiU gonst het over deze initiatieven. Phd’s en docenten tonen zich opgelucht dat er eindelijk over gesproken mag worden. De tijd lijkt rijp voor verandering. Universiteitsbestuurders, wetenschappelijk personeel en studenten zouden het momentum moeten benutten om echt dingen te veranderen. Alleen klagen bij de koffieautomaat helpt niet.
Malini Witlox is coördinator crossmedia bij Univers. Dit is het tweede deel in een serie over de problemen in het hoger onderwijs en de wetenschap. Lees ook de analyse over de publicatiedruk.