Geen opvolger Mylène Zwaans als Algemeen Directeur
Er komt geen nieuwe Algemeen Directeur bij Tilburg University. Na het vertrek van Mylène Zwaans komt de functie te vervallen. Collegevoorzitter Koen Becking gaat de directeuren van de diensten vanaf januari rechtstreeks aansturen. Er komt wel een nieuwe Secretaris. Die werving is inmiddels gestart. Ook wordt er een ‘programmamanager voor de organisatieontwikkeling’ aangesteld.
Tot 2005 had de universiteit een driekoppig College van Bestuur. In dat jaar vertrok Kees Mouwen, vice-voorzitter van het CvB, naar Tias Nimbas. Als CvB-lid was hij verantwoordelijk voor de financiën van de universiteit, facilitaire zaken, het informatiserings- en automatiseringsbeleid, de bibliotheek en bouw en huisvesting. De universiteit koos er na zijn vertrek voor om geen nieuwe vice-voorzitter te benoemen, maar de verantwoordelijkheden te verdelen tussen Rector Magnificus en Collegevoorzitter. Ook stelden ze een Secretaris/Algemeen Directeur aan, die in deze combinatiefunctie verantwoordelijk was voor de bedrijfsvoering en voor coördinatie van het beleids- en besluitvormingsproces. Het ging onder meer om aansturing van de directeuren van de diensten en om ondersteuning van het CvB.
Al sinds de invoering van deze combinatiefunctie klaagden de verantwoordelijken (achtereenvolgens Wilma de Koning, Huub Dekkers en Mylène Zwaans) erover dat de functie (te) zwaar was en dat ze te maken hadden met tegenstrijdige belangen, vooral in tijden van reorganisaties en bezuinigingen. De zwaarte van de functie is nu reden om hem op te heffen, zo licht universiteitswoordvoerder Walther Verhoeven toe. “De reden is dat de combinatiefunctie van Algemeen Directeur /Secretaris Universiteit erg zwaar is en dat daarin beleidsvoorbereiding en –coördinatie zijn gecombineerd met uitvoering. Bij de herstructurering van de diensten is geprobeerd de functiezwaarte beter hanteerbaar te maken, maar dat heeft onvoldoende effect gehad. De komende jaren zou de functie van Algemeen Directeur nog zwaarder worden in de uitvoering van het strategisch plan 2014-2107. Daarom werd al enige tijd nagedacht over het splitsen van beide functies. De functies van directeur en secretaris zijn niet principieel onverenigbaar, maar de zwaarte van de functies maakt het wel moeilijk ze te combineren. Ook de voorgangers van Mylène wezen daar al op. We kiezen nu voor het behouden van de functie van secretaris. Naast de secretaris komt er een programmamanager voor de organisatieontwikkeling.”
Over de aanstelling van collegevoorzitter Becking als nieuwe baas van de dienstdirecteuren: “De dienstdirecteuren houden hun eigen verantwoordelijkheid. Vanaf 1 januari rapporteren zij hierover niet aan de Algemeen Directeur, maar zij blijven rapporteren aan de portefeuillehouder in het CvB. De voorzitter CvB wordt nu ook de hiërarchisch leidinggevende van de dienstdirecteuren. Dat kost geen extra tijd, Koen Becking zat altijd al bij de gesprekken met de directeuren. Hij gaat die gesprekken nu alleen voeren.”
Er is niet overwogen om weer voor een derde collegelid te gaan. “Met de Universiteitsraad is afgesproken dat de governance in het najaar van 2014 wordt besproken. Het verdwijnen van de Algemeen Directeur past in het streven naar het verkleinen van het aantal leidinggevenden. We herstellen nu de situatie, zoals die tot een jaar of acht geleden bestond. Bij de afweging van een kleine bestuurlijke top met twee collegeleden is destijds besloten de aansturing van de dienstdirecteuren bij de directeur te leggen. Nu dat niet goed werkbaar is gebleken, kiezen we na overleg met het Stichtingsbestuur en de Uraad een andere weg.”
Om de functie van Algemeen Directeur op te heffen is een aanpassing van het Bestuurs- en Beheersreglement (BBR) noodzakelijk. De Uraad stemde begin december in een vertrouwelijk overleg al in met de wijziging, het Stichtingsbestuur volgde vorige week donderdag. In het nieuwe BBR worden twee zaken gewijzigd, zo laat het hoofd van de dienst Juridische Zaken weten. De zinssnede waarin staat dat de secretaris van de universiteit de algemeen directeur van de centrale diensten is, verdwijnt. Ook verdwijnen de zinnen waarin staat dat het CvB nadere regels vaststelt met betrekking tot de wijze waarop de functie van algemeen directeur wordt uitgeoefend.
