Boek over de statistiek achter Wimbledon

Tennispelers die serveren met nieuwe ballen hebben helemaal geen voordeel. En als je een aantal punten achter elkaar scoort is er ook niet per se sprake van een winning mood. Het kan heel goed toeval zijn. Dat concludeert Jan Magnus, emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg, in het boek Analyzing Wimbledon, dat hij samen met UvA-hoogleraar Franc Klaassen schreef. Het boek kwam deze maand uit.

Waarom dit boek?

“Het is twintig jaar geleden begonnen toen ik op televisie tenniswedstrijden zag van Wimbledon. De commentatoren roepen vaak van alles, bijvoorbeeld dat de spelers die serveren met nieuwe ballen voordeel hebben of dat beginnen met serveren in een set een voordeel is. Bijna al die uitspraken blijken onwaar, als je de punten van de wedstrijden statistisch analyseert. Nieuwe ballen hebben bijvoorbeeld platte haartjes, waardoor de bal meer snelheid krijgt. Bij een oudere bal die fluffy is, heb je echter meer controle en kun je beter richten. Die effecten heffen elkaar op. Hetzelfde geldt voor de uitspraak dat tennissers die meerdere punten na elkaar maken in een winning mood zijn. Dat kan zo zijn, maar het hoeft niet. Vergelijk het met een dobbelsteen. Statistisch is de kans veel groter dan men denkt dat je drie keer achter elkaar een zes gooit. Mensen verwarren statistiek met geluk. We hebben ook gekeken naar het kansverloop om de wedstrijd te winnen, terwijl de wedstrijd aan de gang is en naar optimale service strategie.”

Zijn er ook uitspraken van commentatoren waar?

“Eigenlijk maar eentje. Dat spelers uit de internationale top 10 op belangrijke momenten in de wedstrijd beter presteren dan anderen. Dat heeft niet zozeer te maken met hun algemene niveau te maken (al ligt dat natuurlijk ook hoger), maar ze zijn beter in staat er mentaal een schepje bovenop te doen.”

Wat hebben we er nu aan dat we dit weten?

“Dit boek gaat over tennis maar ook over statistiek. Hopelijk vinden studenten het grappig om op deze ongebruikelijke manier iets over statistiek te leren. Het is echter ook voor economen interessant. Op de effectenbeurs treden dezelfde effecten op, beurshandelaren kunnen ook in een winning mood zijn en dan gaan ze risico nemen.”

Hebben tennissers er ook wat aan?

“Zeker. Er staan veel interessante feiten in. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar de relatie tussen eerste en tweede service. Tennissers spelen bij de tweede service vaak een makkelijkere bal als ze op een belangrijk punt minder risico willen nemen. Een dubbele fout wordt vaak als amateuristisch gezien. Een makkelijke tweede service is echter ook eenvoudig terug te slaan. Het blijkt dat je de tweede service beter op dezelfde manier kan spelen als je normaliter doet.”

Magnus werkt nu als hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.