Wintels: koppeling tussen onderwijsbudget en prestatieafspraken pervers
Een deel (7 procent) van het onderwijsbudget voor hoger onderwijs is aan de prestaties van universiteiten en hogescholen gekoppeld. Helemaal verkeerd, zo meent Marcel Wintels, aftredend bestuursvoorzitter van Fontys Hogescholen die over ‘fouter dan fout’ spreekt.
“Er gaat de vreemde suggestie vanuit dat financiële prikkels de onderwijsprestaties positief beïnvloeden. Nu geloof ik niet dat docenten zich bij het beoordelen van het werk van hun studenten iets aantrekken van die financiële prikkels, maar ik vind het wel pervers.”
In 2012 maakten Tilburg University en andere universiteiten en hogescholen afspraken over hun functioneren met het ministerie van Onderwijs. Het gaat onder meer om studie-uitval, internationalisering en het aantal docenten met een Basis Kwalificatie Onderwijs. Het bedrag dat hiervoor beschikbaar is, loopt op van 80 miljoen euro in 2012 tot 325 miljoen euro in 2016. Als onderwijsinstellingen de doelen niet halen, krijgen ze minder geld.
De onzekerheid over de bekostiging leidt tot voorzichtigheid, tot terughoudend financieel beleid en dat heeft een averechts effect op de onderwijskwaliteit, aldus Wintels in een interview met het onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond (Aob). Het zou een van de redenen zijn dat docenten geen vast contract krijgen. “De overheid wordt steeds wispelturiger. We hebben te maken met prestatieafspraken, waardoor zeven procent van ons budget onzeker is. Nu denk ik dat het niet zo’n vaart zal lopen met het afrekenen op prestaties, we zullen aan het eind van de rit dat geld wel gewoon krijgen, maar als je onzeker bent over zeven procent van je inkomsten, ga je niet ten volle verplichtingen aan. Voor goed onderwijs heb je goed personeel nodig met een goed arbeidscontract.”
Wintels pleit daarom voor meer stabiliteit in de bekostiging. “Geen houtje-touwtje, hap-snap financiering meer. Liever stabiel, structureel geld dan al die onvoorspelbare tijdelijke bedragen waar je toch niet op kunt rekenen.”