Hennis: meer samenwerking tussen Europese legers

Nationale parlementen zullen zich in de toekomst minder kunnen bemoeien met militaire beslissingen en minder voorwaarden kunnen stellen. Dat is het gevolg van de keuze voor internationale samenwerking. Dat zei Defensieminister Jeanine Hennis – Plasschaert tijdens een masterclass op Tilburg University, georganiseerd door het Outreaching Honors Program en Fractie Sam.

Promovendus Wiljan Hendrikx en studente Eline Balvert ondervroegen haar over verschillende zaken, onder meer de situatie op de Krim en de machocultuur in het Nederlandse leger. Hennis sprak ook uitgebreid over Europese militaire samenwerking.

“We hebben de NAVO als waardevaste veiligheidsverzekering. Maar binnen de NAVO zijn de verhoudingen totaal scheef. Amerika draait op voor het leeuwendeel van de risico’s en de operatiekosten. Europa zou goed evenwicht kunnen bieden, maar opereert totaal versnippert. Ik pleit niet voor één groot Europees leger, maar als we in Europa meer samenwerken, kunnen we de betrouwbare partner zijn die Amerika verwacht.”

Binnen Europa komt die samenwerking langzaam op gang. Zo werkt Nederland in Beneluxverband heel nauw samen met de Belgen in een geïntegreerde Marine en kijkt ze naar samenwerking met de luchtmacht. Ook met de Duitsers zijn vergaande afspraken over Landmachtsamenwerking. Samenwerking met de luchtmobiele brigades moet volgen. “Er worden stappen gezet. Afgelopen december heeft voor het eerst een Europese top plaatsgevonden van regeringsleiders over Europese defensiesamenwerking. Ook zie je dat wapensystemen, vliegtuigen en boten gezamenlijk worden aangekocht en gebruikt. Maar internationalisering vraagt wel iets van de nationale parlementen. Ze willen zich vergaand bemoeien met internationale missies. Maar als je ja zegt tegen internationale samenwerking, zeg je ook ja tegen internationale inzet. Het past dan niet als lidstaten en nationale parlementen allemaal eigen voorwaarden gaan stellen.”

De Minister van Defensie ging ook in op het conflict rondom schiereiland De Krim. Een nieuwe oorlog dreigt. Nederland waakt voor militair ingrijpen en kiest voor de dialoog met Rusland en de Oekraïne.

Andere landen zijn voor militair ingrijpen. Hennis: “Er zijn grote verschillen van mening. Dat komt door de geschiedenis. Veel Europese lidstaten hebben te maken gehad met jarenlange Sovjetoverheersing. De dreigingsperceptie in die landen is van een totaal andere orde dan in Nederland. Landen die onder het Sovjetjuk hebben geleden staan op dit moment op scherp. Ze zullen veel eerder de neiging hebben om te escaleren.”

Hennis is de eerste vrouwelijke minister van Defensie van Nederland. De interviewers Hendrikx en Balvert vroegen haar daarom naar de machocultuur binnen het leger. Volgens Hennis klopt dit beeld niet. “De wijze waarop wordt getraind wordt wel verward met een testosteronbommetje of machocultuur. Bij de militaire training gaat het er hard aan toe. Dat is nodig omdat je heel gedisciplineerd moet werken en heel strak georganiseerd moet zijn, wil je onder moeilijke oorlogsomstandigheden goed kunnen opereren. Maar die training en de trots op het werk mag niet verward worden met machocultuur. Het aantal vrouwen is ook groeiende, Defensie is geen mannenbolwerk meer. Het is echter een illusie dat we straks een krijgsmacht krijgen die voor de helft uit vrouwen bestaat. Simpelweg omdat vrouwen op jonge leeftijd al een ander pad gaan bewandelen. “

Voordat Hennis minister werd, was ze zes jaar lang actief als Europarlementariër voor de VVD. Toch is ze kritisch op Europa, blijkt bij het gesprek. “Niet alle goeds komt uit Europa, maar ook niet uit Den Haag. Elke bureaucratie, dus ook Europa, heeft de neiging om taken naar zich toe te trekken waar ze zich eigenlijk niet mee zou moeten bemoeien. Daar moet je de overheid op aanspreken. Je moet heel goed kijken wat Europa je kost en wat het oplevert. Milieuproblematiek en terrorisme zijn bijvoorbeeld zaken die je internationaal moet aanpakken. Maar er zijn ook genoeg voorbeelden waarbij in Europa wetten bedacht zijn voor zaken die ook nationaal konden worden geregeld.”

Waar Hennis als Europarlementariër relatief veel vrijheid had, ligt ze als minister onder een vergrootglas. Zowel binnen haar eigen ministerie als in de pers. Deze maand ontstond een kleine rel nadat Hennis carnaval vierend op de foto was gezet, terwijl Rusland op de voet van oorlog staat. “Ik ben 24/7 minister, maar ik ben ook een mens. En ik wil ook weleens iets anders doen. Ik was uitgenodigd voor de sleuteloverdracht in Maastricht, dat duurt drie uurtjes. Er was een lied voor me geschreven en ik moest tijdens dat lied dansen met de carnavalsprins. Die foto is de hele wereld overgegaan waarbij de indruk ontstond dat ik hele nachten in de kroeg had liggen dweilen. In werkelijkheid heb ik drie uur op een bankje gezeten en geen druppel gedronken. Dat kon ook niet, ik moest de volgende dag in Afghanistan zijn.”

Bekijk meer recent nieuws

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Univers.