Google beloont UVT-onderzoek naar reclame
Facebook en jaloezie gaan goed samen. Daarnaast weten reclamemensen al sinds mensenheugenis dat jaloezie en koopgedrag ook een gouden combinatie zijn. Voormalig UvT-student Martijn Hendriks onderzocht hoe Facebook consumentengedrag beïnvloedt en krijgt hiervoor een prijs van dat andere bedrijf dat goed is met reclame: Google.
Wereldwijd gebruiken één miljard mensen Facebook en ze kijken gemiddeld vier keer per dag op hun nieuwsoverzicht waar hun vrienden berichten, foto’s en filmpjes posten. Hendriks onderzocht wat voor soort berichten gebruikers plaatsen en hoe deze hun lezerspubliek beïnvloeden. Hij ontdekte dat gebruikers op Facebook meer berichten over activiteiten plaatsen, zoals festivals of vakanties, dan over materiële zaken. Deze berichten roepen bij andere Facebookgebruikers een licht jaloers gevoel op, waardoor zij zelf ook direct hun bankrekening willen plunderen voor deze zogenaamde ‘belevingsproducten’.
Dit gold vooral voor de passieve Facebookgebruiker, die zelf weinig berichten post maar wel de berichten van vrienden leest. Bovendien bleek dat vooral boodschappen van hechte vrienden meer invloed hebben. De uitkomsten zijn van belang voor marketing via sociale media. Uit het onderzoek is af te leiden dat sociale media zoals Facebook en Instagram vooral kansrijk zijn voor marketing van activiteiten zoals reizen en evenementen.
Hendriks, die momenteel als phd bij de Erasmus Universiteit Rotterdam werkt, krijgt voor zijn onderzoek de derde prijs. De eerste prijs (5000 euro) is voor Frederik Mijnhardt (Universiteit Utrecht) voor zijn onderzoek naar crowdsourcing van vertaalwerk en de tweede prijs (3000 euro) gaat naar Alex Brojba-Micu (Erasmus Universiteit) die de applicatie Stockwatcher 2.0 ontwikkelde voor het voorspellen van aandelenkoersen. Google Nederland stelt deze afstudeerprijs dit jaar voor het eerst beschikbaar om onderzoek naar de economische effecten en mogelijkheden van internet te bevorderen. De jurering was in handen van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij Der Wetenschappen.