‘Niet bang zijn voor robots’
Mensen doen steeds vaker een beroep op robots om hun taken uit te voeren. Dat zijn vooral klussen als rekenen en plannen, maar de roep om socialere, en dus nog slimmere, robots groeit. Onheilsprofeten zien hier niets in. Zij maken zich zorgen over de dreigende overheersing van de mensheid door robots. Eric Postma, hoogleraar Kunstmatige Intelligentie, vindt dit overdreven.
[singlepic id=1712 w=640 h=480 float=]
Langzaam maar zeker doen robots hun intrede in de samenleving. Er bestaan al stofzuigerrobots, grasmaaierrobots, vraagbaakrobots en drone-robots. Hoe slim kunnen ze worden? Deze vraag hangt sterk samen met de vraag hoe slim computers kunnen worden. In 1950 stelde Alan Turing zich de vraag of een computer intelligent zou kunnen worden. Hij zag geen belangrijk obstakel. Ruim 64 jaar later kunnen we de balans opmaken. De computer is ons veruit de baas in de uitvoering van taken waarin wij van nature niet erg sterk zijn: rekenen, redeneren, plannen en schaken. Daar staat tegenover dat de computer zeer zwak is in de uitvoering van taken die voor mensen juist gemakkelijk zijn: gezichtsherkenning, herkenning van spraak, taal of sociale interactie. In feite blijkt het om zeer complexe taken te gaan die mensen vanaf hun geboorte pas na heel veel oefenen onder de knie krijgen. Hierbij speelt de interactie met voorwerpen, mensen en de omgeving een belangrijke rol.
Appel herkennen
Baby’s leren bijvoorbeeld voorwerpen te herkennen door er mee te spelen. Hierdoor weten ze hoe het aanzicht van een voorwerp verandert wanneer ze er om heen kruipen of wanneer ze het manipuleren. Computers zijn hiertoe niet in staat, omdat ze niet over een lichaam beschikken en niet zelfstandig door de wereld kunnen bewegen. De ingeblikte computers van Google moeten daarom voorwerpen leren herkennen door enorm veel afbeeldingen te bekijken en te analyseren. Uiteindelijk zullen ze hierdoor in staat zijn om afbeeldingen van bijvoorbeeld een appel te herkennen, maar daarmee weten ze nog niet hoe een appel voelt of hoe zwaar het is. Bij robots is dat anders. Humanoïde (mensachtige) robots hebben wel een lichaam en kunnen in principe leren om voorwerpen vast te pakken en te manipuleren. Daarmee hebben ze een voorsprong op computers zonder lichaam en kunnen ze op een meer menselijke manier leren wat een appel is.
Vruchtbaar model
Het robotbrein biedt een zeer vruchtbaar model voor de werking van het menselijk brein. Veel van de traditionele brein-modellen in de cognitieve psychologie, de kunstmatige intelligentie en de neurowetenschappen zijn geïnspireerd door de werking van de digitale computer. In die modellen wordt het brein beschouwd als een informatie-verwerkend systeem dat informatie ontvangt, bewerkt en opslaat. Modernere modellen van het brein erkennen het belang van de coördinatie van waarneming (de herkenning van een appel) en actie (het manipuleren van een appel). Net als mensen en andere dieren, kunnen robots enkel zinvol gedrag vertonen wanneer ze waarneming en actie coördineren.
Kunstmatige butler
De belangrijkste technologische reden om slimmere robots te ontwikkelen is om er voor te zorgen dat ze zelfstandiger taken uit kunnen voeren. Bij reddingsoperaties kunnen slimme robots meer mensen redden dan robots die iedere keer opnieuw geïnstrueerd moeten worden. Een robot op Mars moet zelf kunnen waarnemen dat hij aan de rand van een krater staat en zich moet omdraaien om te voorkomen dat hij er in valt. Immers, tegen de tijd dat Houston het naderend onheil op zijn schermen ziet is het al te laat. Daarnaast is het voor een prettige omgang met robots van belang dat zij onze sociale conventies en signalen goed begrijpen. Robots die ons voortdurend storen in een gesprek of die ons niet aankijken wanneer ze met ons spreken zullen niet zo snel worden geaccepteerd als kunstmatige butler of gids. De tendensen om slimmere en meer sociale robots te ontwikkelen zullen hand in hand gaan.
Moeten we bang zijn voor de toekomstige robots? Er zijn nogal wat onheilsprofeten die zich zorgen maken over de dreigende overheersing van de mensheid door robots. Het is veel te vroeg om ons daarover druk te maken. De technologie is nog lang niet zo ver. We begrijpen amper hoe ons eigen brein functioneert, laat staan hoe we een brein na zouden moeten maken. Voorlopig komen we dankzij de robot vooral meer over onszelf te weten.
Eric Postma is hoogleraar Kunstmatige Intelligentie bij Tilburg University.
www.ericpostma.nl